In de Tweede Wereldoorlog zijn in Nederland circa tweeduizend mensen door de bezetter geëxecuteerd. Daar zaten veel mensen tussen die volkomen willekeurige aan hun eind kwamen. Zoals 29 mensen die op 24 oktober 1944 bij wijze van represaille werden neergeschoten op de plaats waar een dag eerder een aanslag was gepleegd op een Duitser.
Dit blijkt uit het boek De doden tellen van historica Renske Krimp. Daarin zegt historicus Kees Ribbens: ‘Niemand heeft een compleet overzicht van het totaal aantal burgerslachtoffers in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is zelfs moeilijk een compleet overzicht te maken van alle categorieën waarin je die mensen zou moeten onderbrengen. We spreken over mensen die zijn omgekomen door de oorlog om hen heen. Zij vormden geen specifieke, georganiseerde groep, maar kwamen veelal om door uiteenlopende omstandigheden als bombardementen, beschietingen en door honger en gebrek.’
Vernietigd archief
Aan het eind van de oorlog vernietigden de Duitsers in Nederland een groot deel van hun archief. Ja, er zijn cijfers maar die zijn niet nauwkeurig. In de Hongerwinter stierven er 16.000 tot 25.000 mensen. De bar slechte volksgezondheid in WO2 vergde circa 50.000 levens. Door oorlogshandelingen (denk aan bombardementen) stierven circa 30.000 burgers en door gevechten bij de bevrijding kwamen circa 23.000 mensen om het leven. Dan heb ik nog niets over de Joodse landgenoten waarvan er tussen de 102.000 en 104.000 werden vermoord noch over de Roma en Sinti waarvan er circa 215 om het leven zijn gekomen.
Ongeveer 11.000 niet-Joodse Nederlanders zijn naar concentratiekampen gedeporteerd – vooral Sachsenhausen, Neuengamme, Buchenwald, Dachau, Mauthausen en Natzweiler. In Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog van professor Loe de Jong staat dat er ongeveer 800 Nederlanders zijn vrijgelaten uit die kampen. Ongeveer 4000 van die 11.000 overleefden het kamp niet.