Minister Blok duwt de woningcorporaties terug in hun hok. Het bouwen van
sociale huurwoningen is weer hun toekomst. Derivaten en torenhoge salarissen lijken verleden tijd. Daarmee neemt Woonminister Stef Blok een voorschot op de uitkomsten van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties. Daarin is nauwelijks plaats voor schuldgevoel. ’t Was allemaal de schuld van het Rijk. Wij deden het goed, maar nu doen we het anders…
De ondervraagden wijzen vooral naar de politiek die, volgens de oud-voorzitter van brancheorganisatie Aedes, mr. Willem van Leeuwen, ‘verzaakt heeft een fatsoenlijk debat over het maatschappelijk middenveld te voeren. Was dat wel gebeurd, dan hadden we hier niet gezeten.’
Volgens hem voerde de politiek een zwalkend beleid. ‘Het compromis ontbrak’, aldus de ex-voorzitter/directeur. ‘Het ging dan weer om meer bouwen, veel woningen verkopen of veel geld in de wijken investeren.’ Met het Antwoord aan de samenleving waarin Aedes samen met de leden dit regelde, dacht de vereniging de wensen van toenmalig minister Winsemius te hebben vertolkt. De inkt was nog niet droog of het kabinet kwam met een nieuw plan waardoor ‘de woningmarkt definitief op slot ging’, constateert Van Leeuwen in de enquêtecommissie van maandag 23 juni.
Al warm voorstander van zelfregulering vindt hij het ‘te zwaar om te zeggen dat de zelfregulering heeft gefaald’, zijn opvolger Calon doet dat wel. Echter, ook hij ziet toekomst voor door de sector zelf bedachte ondernemende activiteiten, zoals het oprichten van organisaties die de sociale woningbouw verder moeten brengen. Een externe macht met een stok achter de deur – de jurist Van Leeuwen noemt dat ‘een contramal’ – om eventuele misstanden te bestraffen mag daar volgens Calon niet bij ontbreken. ‘Een verstatelijkte overheid zou beter zijn’, aldus Van Leeuwen, ‘maar een overheid die taken weghaalt bij de leden van Aedes: nee.’
Van Leeuwen zette, in overleg met de vakbonden, de directeur-voorzitters van woningcorporaties buiten de cao, waardoor menig directeurssalaris tot ongelimiteerde hoogte kon stijgen. Echter, hier gaat voor Van Leeuwen de contramal niet op: hij was destijds ‘tegen een wettelijke publicatieplicht voor topinkomens’. Nu zou hij dat anders doen. Binnen de vereniging riep niemand de grootverdieners tot de orde. ‘Het was niet onze cultuur om elkaar op misstanden te wijzen.’ Toen bij woningstichting Rochdale de directeur vervangen werd door een extern toezichthouder ging van Leeuwen – zonder resultaat – dwars voor die beslissing liggen. Die zou niet passen bij de zelfregulering.
Over het tomeloze beleggingsspel van sommige woningcorporaties, stelt Van Leeuwen dat het niet kan. ‘Maar risicomijdend beleggen moet kunnen. Je legt je geld niet onder een matras.’
Aedes vroeg destijds aan minister Van der Laan om door de sector voorgedragen leden als toezichthouders te benoemen voor een … onafhankelijk toezichtsorgaan. Van der Laan legde het advies naast zich neer. ‘Niet sjiek’, aldus Van Leeuwen.
De zelfingenomen wereld van de woningcorporaties is er een waarin een Maastrichtse corporatiedirecteur de aanwijzingen van het ministerie, de meest ellendige waarschuwingen aan het adres van een woningcorporatie, inlijst en ophangt. Waarin een peperdure architect, Santiago Calatrava, studentenkamers mag ontwerpen en de kasbeheerder van Vestia tien miljoen euro ontving voor de handel in risicovolle beleggingsproducten die het Waarborgfonds woningcorporaties, de kredietbeoordelaar in de sector, juist niet afwees. Van Leeuwen, voorheen ook commissaris van het WSW: ‘We wisten dat de Deutsche Bank daar over de vloer kwam en stemden er van harte mee in. Zij wisten immers hoe het zat en wij waren blij met die kennisopbouw.’