De beminnelijke woorden op het graf van Henk Feldmeijer komen van zijn
familie, want de meeste Nederlanders zullen er heel geheel anders over denken. In plaats van ‘in dierbare herinnering’ hadden ze liever ‘loop naar de duivel’ of zoiets op zijn grafsteen zien staan. Spierwit had die steen ook niet gehoeven, want de kleur valt te veel en te snel op tussen de donkere bomen van de begraafplaats Esserveld in Groningen.
Feldmeijer – zijn achternaam begon oorspronkelijk met een V, maar zijn vader liet die veranderen – was een fascist, fanatiek lid van de Waffen-SS, oprichter en voorman van de Nederlandsche SS.
De verstandhouding met Reichsführer Heinrich Himmler en politiechef Hans Albin Rauter was uitstekend. Hoewel hij een vooraanstaand NSB’er was en leider van de Mussert-Garde, een paramilitaire organisatie die veel leek op de SS, liet hij nooit na om Mussert te kleineren.
Binnen de NSB kreeg de wis- en natuurkundestudent Feldmeijer geen aandacht van
Mussert als het over de SS ging, vandaar dat hij contact aanknoopte met de SS in Duitsland. Samen met kameraad Meinoud Rost van Tonningen – president van De Nederlandsche Bank – kwam de Mussert-garde van de grond. Van Himmler kreeg hij – zeer tegen de zin van Mussert, die zo dom was te denken dat de Duitsers hem de macht in Nederland zouden gunnen – in 1940 opdracht de Nederlandsche SS – later Germaansche SS – op te richten. Zo’n 25.000 Nederlanders tekenden voor die boevenbende, een groot deel daarvan belandde uiteindelijk in de Waffen-SS, waar er zo’n 6.000 sneuvelden.
Feldmeijer diende in Rusland en de Balkan, aan moed was geen gebrek, hij ontving het IJzeren Kruis 2e klasse. In 1943, terug in Nederland, was hij betrokken bij represailles op burgers, ze werden veelal geëxecuteerd na aanslagen door het verzet. Later kreeg hij het bevel over de Landstorm Nederland – een bijeengeraapte Waffen SS-divisie bestaande uit Nederlanders. In die functie werd hij op 22 februari 1945 bij Raalte door een Brits vliegtuig neergeschoten. Zijn dood was landelijk nieuws. De uitvaartplechtigheid vond plaats in Paleis Het Loo in Apeldoorn. De kist zonk weg boven die van zijn nicht Riemke Wolf.