Geen mooiere provincie dan Drenthe. Rust, lange (vaar)wegen, oude dorpen waar je met een beetje fantasie de turfstekers nog over de Brink ziet lopen, een fles jajem in de zak. Drenthe is een provincie die je meesleurt naar het verleden.
Van Assen tot Zandpol, overal valt iets te beleven, ook al is het er vaak doodstil. Maar juist doodse stilte kan aangrijpend zijn. In de stilte bij een hunebed voel je de vergankelijkheid.
Drenthe is vol plaatsen met mooie namen waar de armoe welig tierde, zoals Elim, Kolderveen, Tynaarlo en Veenhuizen. Vooral Veenhuizen, waar een van de zeven Koloniën van Weldadigheid stond, is een opvallende plek die een bezoek waard is. ‘ Gezinnen, wezen, bedelaars en landlopers verbleven hier onder 24-uurs bewaking’, lees ik in de informatiefolder van de VVV. Veenhuizen was een strafkolonie voor paupers, dat duurde tot 1953, de tijd waarin het Nederland ontbrak aan een verzorgingsstaat. Toen die er eenmaal was werden de paviljoens in gebruik genomen als gevangenis.
Bij het plaatsnaambord Veenhuizen staat een oud ambtenaren-hotel uit 1901. Een kaarsrechte weg leidt naar de paviljoens waar nu het Gevangenismuseum in is ondergebracht. Langs de weg staan mooie directiewoningen met strenge opschriften ter lering en vermaning voor de armen van toen.
Binnenkort neem ik je mee naar het gevang in Veenhuizen.