Krijn van Doggerland

Prehistorische botten, de bijvangst van vissers op Doggersbank.

Vissers vangen geregeld prehistorische botten in hun netten. Op het industrieterrein van Urk bestaat een levendige handel in mammoetbeenderen en andere botten uit lang vervlogen tijd. Veel van het opgeviste spul komt uit Doggerland, nu een deel van de Noordzee maar een miljoen jaar geleden een uitgestrekte steppe die wat nu ons land is verbond met Engeland.

Dit grijze stukje schedel van een Neanderthaler, gevonden in Zeeland, past perfect in de schedel van een andere Neanderthaler. Let op de verhoogde oogkas.

Doggerland lag tussen de Nederlandse, Britse en Scandinavische kust. Door de steppe stroomde Maas, Rijn en Theems. Er leefden herten, paarden en mammoeten, evenals grottenleeuwen en hyena’s. En er verbleven Neanderthalers, dat weten we zeker. Want in 2001 zoog een zandzuiger het eerste en tot nu toe enige hier gevonden schedelfragment op van een jongvolwassen Neanderthaler. Het fossiel is tussen de 50.000 en 70.000 jaar oud. Ze gaven de bezitter ervan de naam Krijn. Het gezicht van Krijn is gereconstrueerd en te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Van dezelfde leeftijd als Krijn zijn vuistbijlen die vissers geregeld in hun netten vinden. Die vondsten geven aan dat Doggerland ooit druk bewoond was.

Begin twintigste eeuw vonden Britse archeologen bij extreem laagtij in de Noordzee fossiele boomstronken. Voor geoloog Clement Reid het bewijs dat waar nu de Noordzee is ooit land lag.

Speerpunt

De Noordzee gaf duizende vuistbijlen prijs, deze spoelde aan op de Maasvlakte.

In 1931 was er eindelijk tastbaar bewijs dat er op Doggerland jager-verzamelaars leefden. Schipper Lockwood van de trawler Colinda haalde uit een van de netten een brok veen. Tot zijn verbazing zat er een 21 centimeter lange speerpunt in gemaakt van gewei. Dit betekende dat Doggerland geen landbrug was geweest maar een continu bewoond gebied. Latere vondsten van vuistbijlen en vuurstenenmesjes bevestigen die theorie. De archeoloog Bryony Coles kwam in 1998 voor het eerst met de naam Doggerland.

Maar wanneer leefden er mensen op de steppe waar nu de Noordzee is? Om het kort te houden, ruim 900.000 jaar geleden. In die tijd vertoonden zich de eerste mensen in Noord-Europa. Dat weten we door de vondst van voetafdrukken die meer dan 800.000 jaar oud zijn in een riviermonding bij het Engelse Happisburgh (gevonden in 2014). Maar van Neanderthalers waren die afdrukken niet, die arriveerden pas zo’n 400.000 v.Chr. en verlieten de steppe grofweg 40.000 jaar geleden. De Neanderthaler werd 35.000 jaar geleden opgevolgd door de moderne mens, waarvan de meeste gebruikssporen zo’n 16.000 jaar oud zijn.

Na de laatste ijstijd – 22.000 jaar geleden – stijgt de temperatuur. Vanaf 8500 v.Chr. stijgt de zeespiegel steeds sneller. Een aardverschuiving aan de Noorse kust leidde tot een tsunami die een definitief einde maakte aan Doggerland.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.