Snelheid en luxe, de Trans Europe Express (TEE) bood het allemaal. De eerste TEE-trein vertrok in 1957 uit Zürich, de laatste arriveerde in 1995 in Parijs. TEE-treinen hadden klinkende namen, hier te veel om hier op te noemen, maar L’ Ėtoile du Nord, Goethe, Mistral en Parsifal zullen menigeen bekend in de oren klinken.
Initiator van de comfortabele TEE-trein was F.Q. den Hollander, directeur van de Nederlandse Spoorwegen van 1947 tot 1957. Hij realiseerde het project samen met de Zwitserse spoorwegen, dit ter verbetering van de naoorlogse samenwerking tussen de Europese spoorwegen.
De TEE was eerst een diesel. Later trokken elektrische locomotieven de wagons. Maar o wat was die oorspronkelijke TEE mooi. Voor al dat lekkers moest je wel diep in de buidel tasten, want de trein (je betaalde er een toeslag voor) was volledig eerste klas, voorzien van airco (uniek destijds), automatische zonwering en een prima restauratie. Ik heb er twee keer in gereden: één keer in Nederland en één keer naar Parijs. Met de TEE werd geprobeerd zakenreizigers weg te houden uit het vliegtuig, maar dat is niet gelukt.
Sloop
Hoewel de TEE mooi en snel was hield hij het niet lang vol. In 1974 kwam er een eind aan de dieselstellen, ze waren onrendabel geworden op de toen vrijwel overal geëlektrificeerde lijnen. In plaats de legendarische TEE naar het museum te verplaatsen werden de bakken verkocht aan de Ontario Northland Railway in Canada. Maar door de harde Canadese winter hielden ze het daar niet lang vol.
Sloop volgde in 1984. Gelukkig bleven er een paar bakken gespaard. Die kwamen in 2006 op het NS-rangeerterrein in Amsterdam te staan waar ze dienden als illegale schuilplaats voor zwervers. Sinds een jaar staan de twee TEE-treinen op het terrein van het Nederlands Transportmuseum in Nieuw-Vennep waar ze een ingrijpende opknapbeurt ondergaan – https://nederlandstransportmuseum.nl/