‘Vanaf 1941 werd doorgangskamp Amersfoort in rap tempo omheind, ingericht en bevolkt met gevangenen. In de bossen hoorde ik altijd wel iemand schieten. Je zag niets. Alleen het landschap aanschouwde de gruwelijkheden’, aldus de in 2018 overleden beeldend kunstenaar Armando, alias Herman Dirk van Dodeweerd.
Sinds 2021 is het voormalig doorgangslager een Nationaal Monument.
In het kamp gebeurde verschrikkelijke dingen. Luidde de bel, dan moest je opdraven voor appel. Urenlang staan, stram in de rij met veel slaag en getrap.
Hier waren ruim 47.000 gevangenen waaronder 100 Sovjetsoldaten. Ze stierven door vernedering en executie. Van 10.000 gedetineerden is de identiteit nog steeds niet bekend.
Eenmaal door de poort werd je kaal geknipt, kreeg je een nummer en kampkleren: een oud uniform en klompen. Alleen Joden kregen een gestreept uniform.
Het werk was zwaar; de 350 meter lange schietbaan is met de hand aangelegd.
Voldeed je niet, dan ging je naar de ‘Rozentuin’, een doodlopende gang van prikkeldraad. Je werd er psychisch en fysiek geknakt door urenlang stil te staan of op bevel te bewegen.
Titus Brandsma
Hier zat alles, van advocaten tot zwarthandelaren. Ook pater/hoogleraar Titus Brandsma, hij ging op transport en stierf in een ander kamp, evenals ruim 600 Puttenaren, opgepakt na een aanslag op twee nazi-officieren.
Op 23 oktober 1942 kwam de Amsterdamse wethouder De Miranda binnen. Hij moest direct uit de kleren. De Nederlandse kampbeul Teun van Es bestempelde zijn lijf met zevens. Zeven dagen, langer zou hij het hier niet uithouden. Het werden er tien. Hij stierf op 3 november. Via het lijkenhuisje verdween hij met zes anderen in een massagraf.
Vanaf maart 1943 kwamen er dagelijks zo’n 7000 gevangenen binnen. De kampleiding is dan in handen van kampcommandant Peter Berg en zijn plaatsvervanger Joseph Kotella. Het ontaardde in nog meer dood en verderf.
Ter dood veroordeelden kregen het vonnis slechts enkele uren voor hun terechtstelling te horen. Kunstenaar John Dons maakte in de nacht voor zijn einde zijn laatste schilderij. Het materiaal daarvoor kreeg hij van een goede Duitser, de uit Venlo afkomstige soldaat Willy Engbrocks.
8 juli 1943, het Rode Kruis komt naar het kamp in de persoon van Loes van Overeem. Wekelijks deelt ze voedsel en medicijnen uit waar de Duitse leiding zich snel over ontfermd.
Executies
Van de 650 doden in het kamp kwam ruim de helft om door executies. De meest omvangrijke was die van 77 Russen in april 1942. Die daad werd in 1945 overtroffen door de aanslag op Obergruppenfuhrer Hans Albin Rauter. Ter vergelding werden in maart dat jaar in Nederland 300 mensen geëxecuteerd, waarvan 49 op de schietbaan in Kamp Amersfoort. Sinds 1953 staat daar het verzetsmonument De Stenen Man.
19 april 1945 is het kamp bevrijd. Het Rode Kruis nam de leiding over. Daarna arriveerden de Canadezen. Na de oorlog legde ze er 61 massagraven bloot.
Daarna ging de natuur zijn gang. Later verdwenen de barakken, kwamen er nieuwe gebouwen en een golfbaan. Maar het kamp mag verminkt zijn achtergelaten, het is een onuitwisbare ‘vlek’.