Zeilen is leven. Je moet het maar durven. In een Contest 35 helemaal van Almere varen naar de moeder van de Finse vuurtorens de Bengtskär. Onderweg bezoek je twintig andere imposante vuurtorens, die soms ook heroïsche zijn. Wie dit doet als solozeiler is een crack.
De ruim 2.600 kilometer lange zeereis is niet voor niets gemaakt, want ook wij, landrotten, kunnen ervan meegenieten. De zeiler schreef er een boek over met de toepasselijke titel Baltische lichten, in het kielzog van de Oostvaarders.
In de Maritiem Hotel, dat is de bijnaam van zijn boot, volgt de ‘vuurtorengek’ de aloude route van kooplui en vissers uit Duitse en Nederlandse Hanzesteden. De graanvaart op de Baltische Zee was lang onze Moedernegotie, een belangrijke levenslijn. Van de 1500 grote vrachtschepen in Nederland voer de helft op de Oostzee. Op Ameland bezoekt hij het graf van Fopke Cornelisz. († 1791), een schipper die het vaakst van alle Nederlandse Oostzeevaarders door de Sont voer – held van de graanvaart, zo wordt hij genoemd.
Wipvuur
Legt de zeiler aan in een haven dan pakt hij zijn fiets uit het vooronder en bezoekt een na bijstaande vuurtoren, zoals die op Skagen, gebouwd in 1746 door de Nederlandse architect Philip de Lange. Lang waren brandende hout- of kolenvuren op duin of (kerk)toren een baken voor de scheepvaart. Niet handig, want die vuren doofden bij regen. Later kwam er het wipvuur, vuur in een ijzeren korf aan een hoge paal, zo was het licht beter zichtbaar. Met de komst van elektriciteit kregen vuurtorens, om het maar eens zo te zeggen, pas echt formaat. Scherpe, roterende lenzen geven het licht nu een grotere zichtbaarheid, het schijnt tot wel vijftig kilometer ver.
Geschiedenis
Lezers van het boek krijgen een smak geschiedenis over zich heen. Dat is helemaal niet erg, want het is interessant genoeg en ook nog eens onderhoudend opgeschreven. Zo krijgen we een goede indruk van oorlogshandelingen op zee, schipbreukelingen en het betalen van tol voor de passage van de Sont, die ruim vierhonderd jaar werd geheven op de Kronborg – het kasteel waar Shakespeare zijn fictieve Hamlet situeerde. Maar er is ook informatie over de haring- en makreelvangst. ‘In de hele haven kwam het water in beweging, van het kerkhof tot de Maritiem Hotel die aan de overkant lag afgemeerd. Duizenden makrelen verdrongen zich in de haven. Hun donkergroene lijven glansden in het laatste daglicht. (…) Als ik een maaltje makreel wilde hebben hoefde ik alleen maar de puts overboord te gooien om de vis naar binnen te halen.’
Baltische lichten, in het kielzog van de Oostvaarders – 385 pagina’s – is geschreven door Harry Klieverik. Uitgever: Elikser in Leeuwarden (www.elikser.nl). Prijs 24,50 euro.