Alle ogen zijn gericht op Oekraïne. Ondertussen ontwikkelt zich op de Balkan een stevige brand. President Milorad Dodik van de Republiek Sprska is veroordeeld tot een jaar celstraf en zes jaar lang onthouding van politieke functies. Dit omdat hij zich verzet tegen de Hoge Vertegenwoordiger in de federatie, die toezicht houdt op naleving van het in 1995 gesloten ‘Daytonakkoord’.
Dodik haalt over de veroordeling zijn schouders op, hij laat zich niet zo maar vangen en zoekt steun bij buurman Servië en zijn andere grote vriend Vladimir Poetin. Die steunen zijn politiek, gericht op ondergraving van het Vance-Owen pact. Met dit plan kwam een fragiele vrede tot stand in het door burgeroorlog geteisterde Bosnië/Herzegovina, waarvan de RS deel uitmaakt. Hiermee brengt Dodik de vrede in gevaar. De ultranationalist wil ‘zijn’ Republiek Sprska het liefst afscheiden en bij Servië voegen. Wat hoogst opmerkelijk is, want wie geeft er nou zijn land op?
Held
De Servische president Alexander Vucic juicht de politiek van Dodik toe. Geen kwaad woord over zijn zienswijze, vol discriminatie, intimidatie en genocideontkenning – Srebrenica is volgens Dodik een mythe. De Russische president Poetin doet dezelfde duit in de Bosnische zak: zijn onverholen steun maakt hem tot een held, niet alleen in de RS maar ook in Servië.
Demonstraties
Niet alleen voor Dodik, ook voor Vucic ziet er niet goed uit. Morgen, zaterdag 15 maart, demonstreren in Belgrado tienduizenden mensen tegen zijn bewind. Nu zijn er al jaren demonstraties tegen zijn almacht, sinds afgelopen november namen die in aantal aanzienlijk toe door de instorting van een luifel van het treinstation in Novi Sad, die kostte aan 15 mensen het leven.
Tijdens een protestbijeenkomst op 1 maart werd het Studenten Edict gepubliceerd. Daarin staat: ‘Servië is een land van vrije mensen. Vrijheid is geen genade, maar een fundamenteel recht, verbonden met de waardigheid van elke burger. Het is de basis van onze democratische samenleving, onze wetten, onze woorden en onze gedachten.’ De studenten eisen het aftreden van de autocratische regering en gaan voor een maatschappij die de waardigheid van elk individu respecteert. Vucic noemt de studentenacties een toonbeeld van ‘luiheid, onverantwoordelijkheid en verwoesting’. De demonstraties noemt hij een kleurenrevolutie, drijfveer er achter is volgens hem het Westen. Ook Poetin ziet het zo.
Kenners van de Balkan-politiek zeggen dat de Balkan brand en waarschuwen voor een nieuw gewapend conflict. Vredesmacht EUFOR heeft zijn kracht vergroot. Het leger gaat van 1.100 naar 1.600 militairen. De NAVO verscherpt het toezicht op de Balkan. Vucic doet of zijn neus bloed en is bezig met de vorming van een nieuwe regering onder zijn gezag.