Vandaag staan snelwegen vol met tractoren. Het kleine Stroe is volgepropt met trekkers. De boeren verzetten zich hardnekkig tegen het stikstofbesluit en iedereen zal dat weten.
Toch staat het gelijk niet aan hun kant. Want de agrarische sector produceert de meeste stikstofverbindingen die schadelijk zijn voor mens en milieu. De overheid had nooit vergunningen mogen afgeven voor veehouderijen bij natuurgebieden. In 2019 bleek het in strijd met de Europese natuurwetgeving. Er volgde een bouwstop, die trof 18.000 projecten. Voor boeren is het niet leuk om te horen, maar hun verzet tegen het stikstofbesluit leidt tot niets.
Energieslurpers
Het is oneerlijk! Wij voeden Nederland, zeggen de boeren. Melk de koe, niet ons. Op het eerste gezicht klinkt dat redelijk, maar het klopt niet. Het kleine Nederland is het tweede landbouwland van de wereld. 70 Procent van onze land- en tuinbouwproducten gaat naar het buitenland. De export levert ons jaarlijks 105 miljard euro op. Heel wat meer dan de import – driekwart van ons voedsel komt uit het buitenland – die bijna 73 miljard euro per jaar kost. Wat we voor onszelf houden zijn vlees en zuivel. Twee producten die ongelooflijk veel energie slurpen en een schadelijke uitstoot hebben. Daarnaast beoefent Nederland een intensieve land- en tuinbouw die jaarlijks tonnen energieslurpende kunstmest vergt.
Natuurlijk is het rot voor boeren die straks hun nering aan de kant moeten schuiven. Tegelijk zeg ik, het kan niet anders. Ons land is te klein voor de intensieve landbouw. We stoten driemaal zoveel schadelijk stikstofgassen uit als het buitenland. De metingen kloppen niet, zeggen de boeren. Aan die boerenwijsheid hoeven we ons niet te houden. Drie instituten – het RIVM, TNO en de VU – hebben de uitstoot gemeten. De berekeningen zijn door een onafhankelijke instantie doorgelicht en bleken te kloppen. Er valt geen speld tussen te krijgen. Wedden dat de tegenstanders strak en stijf blijven volhouden dat hier niks van klopt.