De VS spoort de EU aan om in de toekomst vijf procent van het bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan de NAVO. Nederland geeft daar nu ruim 2 procent aan uit, jaarlijks is dat 21,4 miljard euro. Bij opschaling naar 5 procent gaan de uitgaven naar ruim 54 miljard euro per jaar.
Amerika betaalt 3,6% aan defensie. Klinkt weinig, maar de som bedraagt jaarlijks ruim 900 miljard dollar. En ook zij willen naar de 5 procent. Rusland – economisch gezien zwak – stopt ruim 109 miljard dollar per jaar in defensie. Dit cijfer is onbetrouwbaar omdat Rusland ‘speelt’ met de gegevens.
Opschaling van het defensiebudget in deze roerige tijd is een goede zaak. Europa verdient een stevig schild in de vorm van afschrikking tegen de verre oosterbuur Rusland. Haalt Rusland het in zijn hoofd ons fysiek aan te vallen? Die kans is gering. De NAVO is sterker. Hybride oorlogvoering is een ander verhaal, het past bij het raadselachtige Rusland. Vorig jaar deed Rusland ruim dertig keer een aanval op de Europese infrastructuur. Die aanvallen wakkeren angst aan.
Artikel 5
Gesteld Rusland doet een uitval naar de Baltische staten, dan mag je hopen dat onze bondgenoot de VS – hoe lang nog? – zich houdt aan de Artikel 5 procedure: een aanval op één is een aanval op allen. Trump bevestigt zijn trouw aan de NAVO elke keer, maar we kennen hem, op een dag kan hij dit beleid ook zo maar schrappen. Daarom zeg ik: pomp geld, geld, geld in de Europese defensie. Versterk het leger, breng structuur in de bewapening, zorg voor een doelmatige inzet, maar vergis je niet, ga nooit over één nacht ijs.
Koude Oorlog
Hoe anders keek ik in de jaren zeventig naar het leger. In die tijd telde het ruim zestigduizend dienstplichtigen. Daar kwamen de beroepsmilitairen nog bij, alleen al bij de Landmacht waren dat er bijna 17.000. We hadden duizend tanks. Het was de tijd van de Koude Oorlog, een enorme geldslurper. In 1975 ging er ruim vijftig miljard gulden naar defensie. Onder dienstplichtigen was het leger verworden tot een enorme groep ‘kroketteneters’, die hun tijd meestal lanterfantend doorbrachten. De dienstplicht was een ongewild ‘moetje’ waaraan een verstandig mens zich liever onttrok. Na de val van het IJzeren Gordijn in 1989 verdween de vijand en kwam er verandering. In 1997 werd de opkomstplicht uitgesteld.
Bij Defensie werken nu ruim 76.000 beroepsmilitairen, burgers en reservisten. De spanning is groot, maar nog niet zo groot om de opkomstplicht te laten herleven. Laten we hopen dat die maatregel achterwege blijft, dan verkeren we, althans voorlopig, in rustig vaarwater.