Hobbyfotogaaf Jacob Olie (1834-1905) legde het Amsterdamse straatleven in de negentiende eeuw vast met een zelfgebouwde fotocamera. Hij was de eerste die dat deed en ontpopte zich tot een uiterst getalenteerde fotopionier.
Van beroep timmerman, later tekenleraar en directeur van de Ambachtsschool, had Jacob Olie niet alleen oog voor architectuur, maar ook voor lichtinval, perspectief en compositie. Hij maakte zo’n vijfduizend foto’s op glasplaten, die zijn allemaal bewaard gebleven en liggen in het Stadsarchief van Amsterdam.
Tijdsmonument
Met zijn camera legde hij de veranderingen in de stad vast en creëerde zo een belangrijk tijdsmonument. Op zijn foto’s zien we het dempen van grachten en de bouw van kantoren en warenhuizen. Op de plek waar hij begon met fotograferen – onder meer in de omgeving van de Haarlemmer Houttuinen – ligt sinds 1981 het Jacob Oliepad. In 2008 trof een wandelaar op de Nieuwe Ooster een oude grafsteen met de naam Jacob Olie. Zijn graf was in 1975 geruimd. De steen werd opgeknapt en ligt sinds 2009 weer op de oude plaats, grafvak 17 nummer 83.
.