Jo Bonger, de weduwe van kunsthandelaar Theo van Gogh, keert in 1891 met zoon Vincent Willem terug naar Nederland. Haar bagage telt een groot aantal schilderijen en tekeningen van Vincent van Gogh, haar zwager die in 1890 is overleden. In Nederland baart het werk geen opzien.
Jo Bonger, lerares Engels, gaat wonen in de wijk Het Spiegel in Bussum. Ze ziet het als haar taak het werk van haar overleden zwager aan de man te brengen. Daarbij krijgt ze contact met bekende kunstenaars, onder meer de schilder Isaac Israëls waarmee ze een kortstondige liefdesverhouding heeft, maar ook met de jurist/kunstschilder Johan Cohen Gosschalk met wie ze in 1901 in het huwelijk treedt. In Bussum laat het paar Villa Eikenhof bouwen. Het huis, Regentesselaan 39, is onlangs tot gemeentelijk monument verklaard. Architect was Willem Cornelis Bauer, die ook de kolonie Walden in Bussum vorm gaf. Het Waldenproject – een gemeenschappelijk landbouwbedrijf – was een idee van de psychiater/schrijver Frederik van Eeden. In 1907 ging Walden failliet.
Tentoonstellingen
In 1904 verlieten ze de villa, maar die bleef wel in bezit van de familie Gosschalk-Bonger. Tot aan de dood van haar zoon Vincent Willem in 1978 werd de woning verhuurd. Tot voor kort stond de villa te boek voor sloop. Dat was natuurlijk idioot, want vanuit hier begon de opmars naar de wereldwijde erkenning van het werk van Vincent van Gogh.
In de loop der jaren verkocht Jo Bonger tenminste 247 tekeningen en schilderijen van Vincent van Gogh, mogelijk waren het er zelfs meer.
Van Gogh museum
Ze organiseerde tentoonstellingen waar het maar kon, zoals in 1905 in het Stedelijk Museum Amsterdam – dat zag af van het in bruikleen krijgen van de schilderijen. Later volgde er overzichtstentoonstellingen in het buitenland, tot in de Verenigde Staten aan toe. Zij vertaalde de correspondentie tussen haar ex-man Theo en zijn broer Vincent in het Engels. Dit alles om de wereld een indruk te geven van de bijzondere kunstenaar Vincent van Gogh die in 1890 op een akker in Auvers-sur-Oise door zelfmoord om het leven kwam.
Bij haar overlijden in 1925, ze was toen 62 jaar, lag er een stevig fundament voor de verdere bestendiging van het werk van Vincent van Gogh. Haar inzet leidde – mede door de steun van haar zoon, ingenieur Vincent Willem, oprichter van de Vincent van Gogh Stichting – in 1973 tot de opening van het Van Gogh Museum.