Milieufreaks hebben er moeite mee maar ze zullen er aan moeten wennen dat kernenergie voor de deur staat. Met alleen wind en zon gaan we het niet redden. Verbaasd dat ik er zo over denk, want in de jaren zeventig en tachtig verzette ik mij tegen nucleaire energie.
In een land met duizenden windmolens en honderden hectaren aan zonnepanelen wil ik niet wonen. Bovendien ben je zo ook nooit zeker van voldoende energie, want de afhankelijkheid van zon en wind is veel te groot. Een voortdurende energieleverancier zou ook waterstof kunnen zijn maar voor de aanmaak daarvan heb je ook veel energie nodig. Aan kolen komt een eind en blijvend gas importeren uit onbetrouwbare bronnen loopt – vooral om geopolitieke redenen – op een gegeven moment spaak. Kernenergie is er altijd. Het grote nadeel is het kernafval, van die troep kom je menselijkerwijs gesproken nooit meer af. Om dat te verhelpen is nog een behoorlijke opgave. Maar willen we ook in de verre toekomst respectabel leven dan is er eigenlijk geen andere oplossing dan nucleair.
In de jaren zeventig en tachtig was kernenergie een vloek. Zeker na de kernramp van Tsjernobyl in 1986 wilde links Nederland er niets van weten. In die tijd werd in Oosterbeek het woord kernenergie als een vloek in een boom gekerfd. Bijna veertig jaar later staat het er nog. Maar wat toen als een vloek gold zou nu wel eens de oplossing kunnen zijn.