Alles verandert bliksemsnel
De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.
Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.
Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.
Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.
Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.
’t Leege huis van Gerrit Achterberg
Langs het vrolijk verlichte restaurant Bavoort in Leusden, waar een familiefeest plaatsvindt, ga ik de Oude Rijksweg op en sla meteen rechtsaf het bos in. Dit is het Molenhoekje. Op nummer 3 woonde tot aan zijn dood in 1962 Nederlands beroemdste poëet, de dichter Gerrit Achterberg.
Het oude huis heeft plaatsgemaakt voor een moderne villa. Hier geen verwijzing naar de beroemde bewoner van deze plek. Hij behoort tot de top van onze literatuur. Achterberg ontving in 1949 de P.C. Hooft-prijs en in 1959 de Constantijn Huygens-prijs voor zijn gehele oeuvre dat gebaseerd is op verlossing. Ook kreeg hij verschillende poëzieprijzen.
Doodslag
Dat het hier ontbreekt aan aandacht voor deze onmiskenbaar talentvolle dichter komt doordat er behoorlijk veel zwarte kantjes aan hem kleven. In 1937 schoot hij in Utrecht zijn hospita dood en verwondde haar 16-jarige dochter Bep († 2007) met een kogel in haar nek. Hij werd veroordeeld voor doodslag en kreeg dwangverpleging met tbs (opgeheven in 1955). Psychologen noemden deze voormalige onderwijzer, met streng calvinistische achtergrond, een gevaarlijke psychopaat, die in 1933 al in een psychiatrische instelling zat. Zijn onnoemelijk grote talent zorgde ervoor dat hij volop bescherming genoot, al zagen zijn medestanders ook wel dat hij gevaarlijk was. In 1951 bedreigde hij opnieuw iemand met een pistool, maar die daad werd rap terzijde geschoven.
Hij trouwde in 1946 met Cathrien van Baak († 1989), een voormalig NSB-lid. Begin jaren vijftig vertrok het echtpaar vanuit de buurtschap Hoonte in de Achterhoek naar het Molenhoekje in Leusden, waar ze menig bekende schrijver ontvingen. Gerrit Achterberg, die moeite had met relaties, schreef ’t Leege huis:
Zij draait de wekker knarsend op
en hijscht zich naar de bedsteê op
en ligt lang in den nacht…
Zoolang dat lange in de nacht
is heel haar leven ééne wacht
maar kil en grijs
de and’re dag
ziet stom haar in de oogen;
leeg is haar leven heengegaan,
leeg zal zij telken avond
voor de bedrand staan,
totdat een leege kist
haar hulsel zal omsluiten;
– want ’t hoort toch immers zoo
alle menschen gaan toch dood –
Niets schoons: geen zon,
geen bloem, geen kind
kon z’ ooit als ’t hare
in liefdeomarmen, warmen;
zij worstelt met den leegen tijd,
die door zijn massa
onerbarm’lijk met haar speelt
en alles in dit oude huis
klaagt leeg om ’t niets
waarin het is gevangen
en starend starend
met verglaasde oogen
waar niets in leeft
zal deze tijd nog
jaren hangen…
Utrechtse steeg met een roerig verleden
Dat is de Zakkendragerssteeg, een schilderachtig straatje tussen de Oude Gracht en het Vredenburg, waar tot 1529 het Catharijneklooster stond dat plaatsmaakte voor een kasteel. Als de oude huizen konden praten zouden ze hier vurig vertellen over nonnen, Spanjaarden, criminelen en dronkenlappen.
In 1577 verschool de bevolking zich in de toenmalige Catharijnesteeg tegen de Spanjaarden die het kasteel aanvielen. Het volk wierp barricades op en wist zo de verwoesting van de steeg te voorkomen. Na de gevechten toog een groep vrouwen onder aanvoering van Trijn van Leemput naar de gehavende burcht om die te slopen.
Godscameren
De steeg is een markante locatie met een roerig verleden. Vanaf de zestiende eeuw woonden hier arme gezinnen en ouderen kosteloos in zogenoemde Godscameren, kleine huisjes die allang gesloopt zijn. In 1615 kwam er een wachtlokaal voor zakkendragers die waar vervoerden tussen de Oude Gracht en het Vredenburg. Sindsdien heet de steeg Zakkendragerssteeg. In 1766 gaven Mozart en zijn zus Nannerl een concert in het Bijlhouwersgildehuis, hier vlakbij.
Cafés horen sinds lang bij de steeg. Dronkenschap en vechtpartijen gingen hier hand in hand. Over wat er gebeurde na een knokpartij in 1893 is in het Utrechts Archief het volgende bericht te vinden: ‘Op de Oudegracht gekomen, bemerkte hij evenwel met schrik, dat hij in den strijd zijn zilveren horloge had verloren, en gaf daarvan kennis aan de politie, die terstond een onderzoek instelde; doch van het horloge was toen geen spoor meer te vinden.’
‘Ouwe Nol’
Eind jaren twintig van twintigste eeuw hield de politie de hier woonachtige crimineel Arnoldus Rietbergen – ‘Ouwe Nol’ – aan. Later werkte hij samen met de Utrechtse seriemoordenaar Hans van Zon. Meer weten over van Zon? Lees dan ‘de roman In huis met een seriemoordenaar van D66-voorman Jan Terlouw en dochter Sanne. Het is gebaseerd op hun herinneringen aan de tijd dat Van Zon vaak over de vloer kwam bij een vriendin die bij het gezin Terlouw aan de Utrechtse Tolsteegsingel een kamer huurde’ (Wikipedia).
Op 1.500 volt door het landschap
In Nederlandse treinen denderen we op 1.500 volt gelijkstroom door het landschap. De eerste elektrische trein reed in 1908 van station Rotterdam Hofplein naar Scheveningen Kurhaus. De Hofpleinlijn reed op 10.000 volt wisselstroom, geleverd door een elektriciteitscentrale in Leidschendam (gesloten in 1926). In 1927 was de lijn Amsterdam – Haarlem – Rotterdam geëlektrificeerd. Daarna volgden de lijnen Amsterdam-Utrecht en Utrecht – Amersfoort.
NS heeft geen eigen elektriciteitscentrales. Tegenwoordig kopen ze stroom van Eneco. Het zou voor honderd procent windstroom zijn, afgeleverd in wisselstroom met een spanning tussen 10.000 tot 25.000 volt. Die lading zetten de onderstations langs het spoor om in 1.500 volt gelijkstroom. Jaarlijks verbruikt het spoor 1,2 Terawattuur, dat is één procent van ons totale elektriciteitsverbruik.
Dat elektrificatie plaatsvond na de Eerste Wereldoorlog, de tijd van de stoomlocomotieven, had vooral te maken met de toenmalige kolen schaarste die de kolenprijs flink opdreef. Kostenreductie was noodzakelijk. De NS becijferde dat elektrische treinen veel zuiniger zijn dan de roet dampende stoomlocomotieven. En ook sneller, waardoor de spoorfrequentie omhoog ging, terwijl de personeels- en onderhoudskosten slonken. Na 1945 werd vrijwel het hele net bedraad en nam de spoorfrequentie jaarlijks verder toe, waardoor er nu extra veiligheid geboden is.