Home

Alles verandert bliksemsnel

De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.

Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.

Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.

Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.

Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.

nederland in wo1

Nederland in wo1


Flipje Tiel, de fruitmascotte van ‘De Betuwe’ gaat onder het mes

De tentoonstelling over fruitbaasje Flipje in Tiel sluit vanaf 11 september tot eind januari 2024 wegens verbouwing de deuren. Bij de herinrichting gaat Flipje onder het mes. Ze verwijderen illustraties en opmerkingen die in de begintijd van Flipje gewoon waren maar die we nu als kwetsend ervaren – denk hierbij aan zwarte mensen – ‘negertjes’ – met oorringen.

Hoewel jamfabriek Maatschappij De Betuwe NV – opgericht in 1885 – de deuren in 1993 sloot komen er in Tiel nog steeds brieven en e-mails binnen met vragen over Flipje, een marketingconcept avant la lettre. De producten van De Betuwe kwamen in 1987 in handen van Hero Breda, ze verdwenen in 2007 uit de winkelschappen. Het vruchtenmannetje heeft al die veranderingen met glans doorstaan, hij maakt inmiddels deel uit van het collectief geheugen.

 

Stripboekje van ‘De Betuwe’ van voor 1935.

‘De Betuwe’ deelde eerst stripboekjes uit om het merk te promoten. In 1935 verscheen Flipje: de fruitmascotte. Hij was niet de eerste die een product aanprees. Piet Pelle deed het voor fietsenfabrikant Gazelle, de pastilleman doet het nog altijd voor chocoladefabrikant Droste, evenals het bandenmannetje Bibendum voor Michelin. Daarmee stuwen ze de verkoop van hun producten flink op.

Een bekende tekenaar van het uit rode bessen bestaande ‘ventje’ met een koksmuts op zijn hoofd was Daan Hoeksema. Flipje staat aanvankelijk in advertenties en weggeefboekjes. Zijn eerste avonturen beleeft hij in het stripboekje ‘Flipje en z’n vriend de aap’, getekend door Henk Rotgans (1910-1989). Daarna verschijnen zijn avonturen op papierstroken van een meter lang. Mijn opa bevestigde ze in een houten kijkdoos met draaiarmpjes en een lamp, als kind kon ik er uren naar kijken.

De vriendjes van Flipje: de ondeugende Aap, de luie Big, Flapoor de olifant, de dondersteen Beer, de eigenwijze oom Klaas en de zorgzame juffrouw Schaap.

Moralist

Tekenaar Eelco ten Harmsen van der Beek (1897-1953) schiep een innemend kereltje en bedacht de vriendjes van Flipje. Ze ontmoetten elkaar in Kabouterland en Dierenland waar Flipje kattenkwaad bestraft en goed gedrag beloont. Aan die moralistische houding kwam in de jaren zestig een eind. Door tal van maatschappelijke veranderingen in die tijd ontstond er een nieuwe Flipje, minder braaf, meer zelfverzekerd. Zijn statische gezicht kreeg menselijke trekken, zijn haar groeide, het kreeg de vorm van een Willem Alexander-kapsel. Maar gaandeweg legt hij het af tegen ondeugende kinderen, zoals Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt en later Super Mario van Nintendo. De tijdgeest brengt zijn eind nabij. Begin jaren negentig verschijnt hij namens Hero als mens in de STER-reclame op tv. Hij beleeft nog avonturen op bekende plekken in Tiel, maar dan is het over en uit. Het bessenmannetje heeft een standbeeld in Tiel en sinds 2002 een permanente plaats in het daar gevestigde Flipje- en jammuseum.

Graf Jodenvervolger op Tolsteeg Utrecht

Hoe kan het dat er op de begraafplaats Tolsteeg in Utrecht nog altijd het graf is van de notoire Jodenhater en NSB’er  Gerardus Joannes Kerlen? Vermoord werd deze 53-jarige Utrechtse hoofdcommissaris van politie op 3 september 1943 door de verzetsstrijdster Truus van Lier. De Duitsers executeerden haar op 27 oktober 1943 in het concentratiekamp Sachsenhausen.

Sinds Kerlen met steun van de hoogste SS’er in Nederland, Hanns Albin Rauter, in 1942 tot politiecommissaris werd benoemd nam het aantal NSB’ers in het politiekorps stormenderhand toe. Kerlen stuurde vierhonderd Joden uit Utrecht naar de vernietigingskampen.

Is het verstandig om degene die verantwoordelijk was voor de nazificatie van het Utrechtse politiekorps tachtig jaar na zijn dood, zij het in stilte, te eren met een mooi graf? En dat op een bergraafplaats waar ook verzetsstrijders liggen? Vanaf zijn graf kun je het monument van de verzetsgroep Oranje Vrijbuiters zien. Achttien van hen werden op 29 februari 1944 op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Niet ver daar vandaan is het graf van verzetsstrijder Hendrik Cornelis Manten, hij viel op 5 mei 1945 in Westbroek.

Monument voor de verzetsgroep Oranje Vrijbuiters op de begraafplaats Tolsteeg in Utrecht.

Truus van Lier eren ze in Utrecht met een monument en een straatnaam. Twee boeken Het leven van een verzetsvrouw van Jessica van Geel en Van schoolmeisje tot verzetsvrouw van Michiel van Diggelen & Kees van Domselaar houden de herinnering aan haar levend.

Bij het wegzakken van de kist van Kerlen brachten nazi-prominenten, ik noem Hanns Albin Rauter, NSB-voorman Mussert, Jan Feitsma –procureur-generaal / waarnemend politiepresident, geliquideerd op 2 februari 1945, en Jaap Schrieke – waarnemend secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken / waarnemend directeur-generaal voor Politie. Schrieke stelde lijsten op van te deporteren Joden uit de gestichten, onder meer het Apeldoornsche Bos waar in januari 1943 circa 1.300 patiënten op transport werden gesteld, geen keerde terug.

Dit wetende zeg ik: stuur snel een grafdelver langs, ploeg Kerlen diep onder de grond, vernietig de steen en gebruik de plek voor een onschuldige dode.

Maasdal, eeuwenlang een slagveld

Lodewijk XIV met zijn leger voor Maastricht – 1673.

Wie door het Maasdal reist heeft waarschijnlijk niet in de gaten dat dit gebied eeuwenlang een slagveld was. Limburg, waar wij aan denken als we het hebben over het Maasdal, dankt zijn naam aan de stad Limburg in België. Omstreeks het jaar duizend was het de strategisch gelegen hoofdstad van het hertogdom Limburg.

Na de dood van de laatste erfopvolger volgden er geregeld aanvallen op het hertogdom. In 1404 kwam het, samen met Brabant, in bezit van Bourgondië. In de daaropvolgende jaren werd het gebied heen en weer geslingerd tussen Habsburgers, Spanjaarden, Fransen, Engelsen en Nederlanders.

Tekening van Maastricht in het stormjaar 1673.

Lodewijk XIV, de Zonnekoning.

Prins Willem III van Oranje.

In 1672 beleefde Nederland het rampjaar: Frankrijk, Engeland en de bisdommen Münster en Keulen vielen ons aan. Lodewijk XIV trok in 1673 op naar het Maasdal om de Hollanders – die verdomde haringvangers – een geducht lesje te leren. In juni 1673 stond zijn leger – 26.000 infanteristen, 19.000 ruiters en 52 kanonnen – voor het strategisch gelegen Maastricht. Daartegenover het leger van de Nederlandse Republiek – 5.000 man infanterie en 1.200 cavaleristen – onder aanvoering van de 22-jarige prins-stadhouder Willem III van Oranje. Zonder inname van de stad was onderwerping van de Nederlandse Republiek onmogelijk. De Zonnekoning, een uitgesproken autocraat, zag zichzelf als plaatsvervanger van God op aarde. ‘De koning, die geboren is om alles te bezitten en iedereen te bevelen, is slechts verantwoording verschuldigd aan God.’

D’Artagnan

De onvermoeibare Louis – vijftien uur in het zadel was gewoon voor hem – had het Beleg van Maastricht terdege voorbereid. Zijn vestingbouwer Sebastien Vauban liet loopgraven in zigzagpatroon aanleggen, zodat het voor de verdedigers moeilijk was gericht te schieten op de aanvallers. Mineurs plaatsten springladingen onder de vestingwerken van Maastricht. Na ongekende explosies bestormden musketiers de stad. Voorop Charles de Batz de Castelmore, graaf van Artagnan, ‘eerste musketier’ in het leger van Lodewijk XIV. Hij sneuvelt tussen de puinhopen van het bastion Waldeck. Niets vonden ze van hem terug. De schrijver Alexandre Dumas noemde hem in zijn beroemde boek Les trois mousquetaires (1844) kortweg D’Artagnan.

Na meedogenloze artilleriebeschietingen ging de stad op 1 juli 1673 over in Franse handen. Zesduizend soldaten en burgers waren gesneuveld. Door de verplichtte inkwartiering van duizenden soldaten, tel daarbij de ontelbare aanrandingen, diefstallen en verkrachtingen, en je begrijpt de totale ontzetting van de streek. Maar Louis voelde zich gelijk zijn idool Julius Caesar oppermachtig. Tot aan zijn dood in 1715 sprak hij vol trots over de wonderschone inname van Maastricht.

In 1676 probeerde Willem III de stad te heroveren, wat uitliep op een gigantische mislukking. Pas in 1678 bij de Vrede van Nijmegen kwam er een einde aan de oorlog met Frankrijk. Nederland kreeg weer zeggenschap in Maastricht maar moest die delen met het prinsdom Luik. Op 1 augustus 1814 werd Maastricht hoofdstad van de nieuwe provincie Limburg. En sinds 1867 is Limburg – Lim = draak/burg = onneembaar – een Nederlandse provincie, al noemde het zich tot 1906 een hertogdom.