Alles verandert bliksemsnel
De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.
Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.
Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.
Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.
Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.
Reünie schakelt terug naar het verleden
Voor mij is dit een memorabele week. Donderdag zie ik na 52 jaar mijn klasgenoten van de middelbare school terug waarmee ik in 1971 op reis ging naar Brighton. Herken ik ze nog? Bij naam zeker. Ook bij gezicht? Het is afwachten.
Een heel leven is er overheen gegaan. Ben benieuwd wat ze hebben gedaan. Een is er overleden, las ik. Ook de meeste van onze docenten zijn overleden. Hetzelfde is ons voorland.
De reis naar Brighton werd gemaakt op uitnodiging van de Royal British Legion in Hove. Daarbij aangesloten Britten vochten 27 jaar daarvoor onder meer in de Slag om Arnhem. Voor ons leek 27 jaar een eeuwigheid geleden. We gingen op bezoek in Lloyd House in Shirley Street, het hoofdkwartier van de Royal British Legion in Hove. Tegenwoordig is het de Goldstone ex Service Club.
Na de middelbare school kwam ik uiteindelijk terecht op de School voor Journalistiek in Utrecht. De poort naar de school in de Palmstraat is er nog, maar geen enkele student is er ooit onderdoor gegaan. Iedereen kwam binnen via de hoek van de Biltstraat en de Oude Kerkstraat. Tot 1988, het jaar waarin de school verhuisde naar De Uithof – nu Utrecht Science Park – stond het hier vol met fietsen, er was zelfs ruimte voor auto’s. Alles is verdwenen. De afgeleefde schoolgebouwen zijn gesloopt. Al decennialang staat hier een Jenaplanschool. Daarmee zijn belangrijke elementen van de SvdJ blijven bestaan, ik noem: aandacht voor culturele ontwikkelingen, evenals voor maatschappelijke ontwikkelingen en de samenleving.
Begin mensheid draait om klimaat
De opwarming van de aarde gaat snel. Het vergroot de kans op extreme hittegolven, sneller smeltend poolijs en overstromingen. Ontkenners van dit onheilspellend fenomeen wijzen erop dat klimaatverandering een natuurlijk proces is. Dat klopt, maar het gaat nu veel sneller, vooral door menselijke activiteit.
De Servische geofysicus Milutin Milanković noemde in 1920 de omloopbaan van de aarde bepalend voor de zonne-instraling op de planeet. Mutaties in de omloopbaan leiden tot ernstige klimaatverandering. Denk aan de ijstijden. Iedere ijstijd duurde ruwweg 90.000 jaar, gevolgd door een langdurige warme periode. Dat strookt met de theorie van Milanković, hij beargumenteerde dat de omloopbaan van de aarde iedere keer in die tijdspanne verandert.
Neanderthalers
Wij hebben doorgaans geen benul van de enorme tijdmassa die achter ons ligt. Tachtig jaar vinden wij al veel, maar in geologisch opzicht is dat helemaal niks, het is minder dan het knipperen van een oog. In de miljoenen jaren die achter ons liggen waren er meer dan dertig ijstijden. Zeker twee ijstijden bereikten de Lage Landen, 475.000 jaar geleden het Elsterien en 280.000 jaar geleden het Saalien. De laatste ijstijd, de Weichsel IJstijd, vond 120.000 jaar geleden plaats. Tot 11.000 v.Chr. bliezen er ijzige poolwinden. Hier waren toendra’s waarover mammoeten, reuzenherten, wolharige neushoorns en holenberen liepen. De Neanderthalers jaagden erop. Vlees was hun belangrijkste voedingsmiddel.
Laten we even naar het begin van de mensheid gaan, te beginnen bij de Neanderthalers. Neanderthalers waren hier al tienduizend jaar voor de laatste ijstijd begon. De strenge kou dreef ze zuidwaarts. Veertigduizend jaar geleden, toont DNA-onderzoek aan, vermengden ze zich met menselijke stammen die vanuit Afrika naar Europa kwamen, daarna verdwenen ze van het toneel, maar ons chromosomenpakket bevat nog altijd twee procent Neanderthalergen.
De Neanderthalers ware verre van primitief of dom, blijkt uit de weinige vondsten die we van ze hebben, zoals vuistbijlen, schaven en vuurstenen waarvan de afgeslagen schilfers (bekend onder de naam Levallois-techniek) dienden als messen.
Homo habilis
We gaan verder terug, zeg maar gerust heel diep terug in die enorme tijdmassa achter ons, helemaal naar de oeroude Steentijd, het paleolithicum. Dinosaurussen waren al 63 miljoen jaar uitgestorven toen een aap in het warme Afrika ontdekte dat hij een steen kon gebruiken als werktuig. Daarmee was de Homo habilis opgestaan, de handige mens. Pas anderhalf miljoen jaar geleden leerde de handige mens rechtop te lopen, daarmee begon het tijdperk van de Homo erectus. Doordat de mens nu gemakkelijk kon lopen ging hij op pad. Als jager-verzamelaar ‘veroverde’ hij de wereld.
Zeshonderdduizend jaar geleden is er een nieuwe mijlpaal in de menselijke evolutie aangebroken. De Homo erectus verandert in Heidelberg-mens. Vijfhonderdduizend jaar v.Chr. komt hij Europa binnen waar hij evolueert in de Neanderthaler.
Ondertussen – 160.000 jaar geleden – is de Homo erectus in Afrika geëvolueerd in Homo sapiens, de Denkende mens, onze verre voorouder, die ongeveer 14.500 jaar geleden als rendierjager via Oost-Europa naar hier kwam. In 11.000 v. Chr. komt er door de ontdekking van landbouwgewassen een einde aan de trek. Nu blijven de mensen op een plek. Ze bouwen houten boerderijen met een schuur, woon- en slaapgedeelte. Koeien, geiten, schapen en varkens, maar ook boekweit, gierst en vlas bieden bestaanszekerheid. Maar nog altijd waren er holenberen en wolven, voorzichtigheid stond bij de mens altijd voorop.
Efteling mooiste pretpark van Nederland
De Efteling is het mooiste pretpark van Nederland. Al meer dan zeventig jaar laten bezoekers zich hier onderdompelen in een magische wereld van sprookjes en kermisvertier. Niet zo vreemd dus dat er in Het NoordBrabantsmuseum in Den Bosch een tentoonstelling aan het park is gewijd.
Dit attractiepark ontstond uit armoede. In 1933 viel er weinig te beleven in de streek van de Loonse en Drunense duinen, waar Waalwijk fungeerde als middelpunt van de schoenenindustrie. Een plek voor sport en ontspanning kan de boel opfrissen, dachten pastoor Johannes de Klijn, kapelaan Emile Rietra en Jac. Smit, voorzitter van de lokale voetbalclub. Op hun initiatief ontstond in 1935 in Kaatsheuvel het Rooms Katholiek Sport en Wandelpark. In 1950 wilde burgemeester R. van der Heijden van de gemeente Loon op Zand, waartoe Kaatsheuvel behoort, minder afhankelijk zijn van de schoenenindustrie. Het toerisme is een mooie aanvulling, besloot hij. Stichting Sportpark werd stichting Natuurpark de Efteling met een sprookjesbos. (De naam Efteling is afgeleid van een lang verdwenen hoeve en buurtschap, beide met de naam Ersteling).
Anton Pieck
In 1952 kreeg tekenleraar Anton Pieck uit Overveen van de stichting Natuurpark De Efteling de opdracht ‘tot het doen van al datgene wat ter verwezenlijking van het door ons gedachte sprookjesbos nodig is’. Voor een bedrag van drieduizend gulden ging hij aan de slag met het tekenen van sprookjes voor het sprookjesbos. Pieck was een perfectionist. Hij beeldde de sprookjes levensecht uit. Er moest ook beweging en muziek bij, die taak kreeg Peter Reijnders, de huisuitvinder van het park.
Het sprookjesbos was een grandioos succes. Vanouds te zien zijn daar Doornroosje, de Zes Dienaren (Langnek, Kogeloog, Koukleum, Putoor, Heuvelbuik en Springkuit), de Rode Schoentjes en Sneeuwwitje. Veel kinderen en ook hun ouders kregen er geen genoeg van. De bezoekersaantallen stegen snel – in 1952 bezochten 230.000 mensen het park. Het Sprookjesbos was algauw toe aan uitbreiding. In 1966 verschenen daar de Indische Waterlelies, geschreven door koningin Fabiola van België. In 1978 stond er het – in 2022 gesloten – spookslot, dit was geen sprookje, het was vooral bedoeld voor het oudere bezoek. De creatieve leiding was in handen van Ton van de Ven, die ook het Volk van Laaf bedacht alsmede het Huis van de vijf Zintuigen en Fata Morgana.
In de jaren zeventig was het allang geen sprookjesbos meer, maar een echt attractiepark met sinds 1981 de befaamde achtbaan de Python – daarin ga je vier keer over de kop. En het pretpark groeide maar door. Denk aan Carnaval Festival (1984), de Vogel Rok (1998), Joris en de Draak (2010), Baron 1898 (2015). In 1986 kwam Fata Morgana (een Duizend-en-een-nacht droomvlucht) en een droomvlucht tussen elfen (1993). Bij het 65-jarig bestaan – 2017 – opende Symbolica, het paleis van de fantasie.
Economisch belang
De Efteling is sinds 1985 een BV met de stichting als enige aandeelhouder. Het detaillistisch gebouwde park – zelfs de tuinen zijn onder architectuur aangelegd en denk ook aan holle bolle Gijs: ‘Papier hier.’ – is uitgegroeid tot een toeristische en economische trekpleister van jewelste. De bezoekersaantallen zijn enorm. In 2022 bezochten 5,43 miljoen mensen het park, het hoogste aantal ooit. Er werken zo’n drieduizend mensen en vrijwel alles wordt in eigen beheer gedaan. Het attractiepark haalt gewoonlijk de eerste plaats bij toeristische prijzen.