Alles verandert bliksemsnel
De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.
Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.
Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.
Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.
Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.
Olympische vlam uit Olympia
Over de Rio-Antirrio tolbrug rent in 2004 een estafetteloper met de Olympische vlam. Hij komt uit Olympia en is de eerste sporter die onder grote belangstelling over de brug loopt.
Het vuur komt uit Altis, ‘een heilig woud’ doorklieft door twee rivieren, alwaar in de oudheid een groot tempelcomplex stond. De eerste tempel was gewijd aan de godin Hera, de vrouw van oppergod Zeus, en beschermer van huwelijk en vruchtbaarheid. Op de resten van haar tempel ontbrandde in 1936 het eerste Olympische vuur. Via Delphi droegen estafettelopers het vuur door woeste bergstreken langs Thermopylae, waar koning Leonidas en zijn 300 Spartanen sneuvelden, ver noordwaarts, naar Berlijn. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de vlam hier om de vier jaar ceremonieel ontstoken en naar de Olympische Spelen waar ook ter wereld gebracht.
Kippenslacht
De grootste tempel in het antieke Olympia is die van Zeus Olympios uit 456 voor Chr. Overal zie je de resten van (priester)verblijven, sportscholen (gymnasion), werkplaatsen en zelfs die van een hotel voor hoogwaardigheidsbekleders. Om de zegen van de goden af te roepen slachtten priesters vlak voor het begin van de spelen honderd kippen. Het vlees was voor de toeschouwers.
De eerste spelen waren in 776 voor Christus. Veelal werd er naakt gesport. Vrouwen deden niet aan sport, behalve vrouwen uit Sparta, maar dat was eigenlijk een keiharde soldatentraining. Een atleet die in Olympia won ontving een lauwerkrans en kon rekenen op eeuwige roem. Valsspelers werden verdreven.
Terug van weggeweest
Het stadion is er nog. Wat is ervan over? Een paar sokkels waarop beelden stonden en de marmeren start- en finishlijn, die bakken in de zon. De toeschouwers zaten rond het stadion. Ze zagen hardlopers, wagenrenners, worstelaars, boksers, speerwerpers en wat al niet meer. Juichten ze de atleten toe? Waarschijnlijk wel, maar zeker weten doen we het niet.
In het museum van Olympia zie je opgegraven beelden en voorwerpen, zoals Nikè, godin van de overwinning. De antieke Olympische Spelen duurden tot 393 na Christus. Keizer Theodosius de Grote, ‘de deugdzame’, verbood ze. In 1896 bracht de Fransman Pierre de Frédy, baron van Coubertin, ze weer terug.
Epidaurus, het mooiste theater uit de oudheid
Een van de mooiste en ook best bewaarde Griekse theaters staat in Epidaurus. Dit nog altijd in gebruik zijnde theater dateert uit de vierde eeuw v. Chr. en biedt plaats aan ruim twaalfduizend toeschouwers. De akoestiek is waarlijk fenomenaal.
Hoewel de grote Griekse toneelauteurs: Aischylos, Sophocles en Euripides allang dood waren toen het theater werd geopend staan hun stukken nog steeds op het repertoire. Maar ook artiesten als Nana Mouskouri en Kevin Spacey traden hier op.
In de oudheid vonden er ook sportwedstrijden plaats. En je kon er heen voor een medische behandeling of de goden om vergeving vragen, want het theater maakte deel uit van een uitgebreid tempelcomplex, het heiligdom Asklepios. De meeste bezoekers gingen naar Epidaurus op aanraden van het orakel van Delphi.
Mycene, de stad van koning Agamemnon
Hoog in Argolis ligt de koningsstad Mycene. Hier is Koning Agamemnon, in de dertiende eeuw voor Christus de overwinnaar van Troje, vermoord door zijn vrouw, koningin Klytaimnestra. Van 1200 tot 1400 voor Christus maakte de stad een enorme groei door. De rijkdom weerspiegelt zich in de zes meter dikke stadsmuur rond de burcht, de muur is negenhonderd meter lang en gebouwd door de cyclopen, eenogige reuzen.
Dat is een mythe, maar de muur dwingt respect af. Je betreedt de Akropolis, het hoogste punt waar de heersende klasse woonde, door een poort uit de dertiende eeuw voor Christus. De twee leeuwen er boven hebben geen kop meer – duidt dat op een fel protest tegen het toenmalige koningshuis?
Dat Mycene onnoemelijk rijk was daarmee kwam de Duitse archeoloog Heinrich Schliemann. Hij onderzocht er graven uit de zestiende en zeventiende eeuw voor Chr. en vond er veel gouden voorwerpen, zo ook een gouden gezichtsmasker dat hij toeschreef aan Agamemnon. Later werd ontdekt dat het masker niet uit de tijd van Agamemnon stamt, maar die naam is nooit veranderd.
Vlakbij de stad is een heuvel met daarin een hoge koepel, gebouwd in de dertiende eeuw v. Chr.. Het staat bekend als het graf van Agamemnon hoewel daar nooit zelfs maar een spoor van de legerleider is gevonden. Mogelijk is hij hier wel gecremeerd. De koepel heeft een rookgat en is zwart geblakerd. Toen Schliemann hier in 1879 kwam gebruikten schaapherders de koepel als schuilplek voor hun vee. De tombe is een belangrijk overblijfsel van het oeroude Griekenland (let op de driehoek boven de ingang die is hetzelfde als bij de entree van de koningsstad).