Home

Alles verandert bliksemsnel

De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.

Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.

Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.

Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.

Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.

nederland in wo1

Nederland in wo1


Artistieke vrijheid na kritiek in de ban

De Belgische dichteres Ruth Lasters, stadsdichter van Antwerpen, voelt zich  in haar eer aangetast nu het stadsbestuur ‘nee’ gezegd heeft tegen Losgeld, het onderstaand gedicht dat ze schreef met leerlingen van haar school in Deurne.

Ze gaf Losgeld aan het stadsbestuur, ongevraagd wat stadsdichters wel vaker doen en waar nooit problemen over ontstaan zijn. Maar in die gedichten staat geen kritiek, wel in dit gedicht. Daaruit kun je opmaken dat ze alleen lovende woorden over ‘den Antwerp’ willen horen. De uitsluiting van dit gedicht noemt Lasters een aanval op de artistieke vrijheid. Voldoende reden om haar functie als stadsdichter direct terzijde te schuiven.

Losgeld

Olie-, oliedomme staat die leerlingen vanaf twaalf jaar
nog altijd letterlijk met ‘A’ labelt of ‘B’. Welkom in het middelbaar!

Aan Vlaanderen een vraag: wanneer ligt de maatschappij volledig plat?
Is dat wanneer de notarissen en de senators staken? Of als de loodgieters,
de bakkers en de havenarbeiders niet opdagen?

Ah, inderdaad! Het land ligt op zijn gat als de dakwerkers nakateren,
als alle winkeliers hun schup afkuisen, als de onthaalmoeders
de luiers zelf aandoen, als koks hun kat sturen naar Nam Fong,
Mister Spaghetti en naar alle internaten.

En wie is nu het slimst, iemand die weet waar de Aconcagua ligt
(vraag uit De slimste mens ter wereld) of wie het hele stroomschema kan tekenen
en uitvoeren voor een schoolkeuken, het Sportpaleis, Wetstraatvergaderzalen?
Iemand die weet hoeveel een flamingo weegt of iemand die een tillift kan bedienen
zonder dat de bomma valt op koude tegels voor het licht uitgaat?

Wij moesten maar eens over A- en B-ministers praten. Dan zouden ze
misschien verstaan hoe het aanvoelt. Alsof wij tweede keus zijn,
alsof een stiel leren slechts een plan B kan zijn
voor als de A-richting iemand niet ligt, niet gaat.

Straks vraagt gij, Vlaanderen, nog losgeld voor het woord ‘intelligent’
dat gij al eeuwenlang gegijzeld houdt, alleen voor quizzers reserveert,
voor dokters, architecten, wetenschappers, voor mevrouw Michiels en advocaten.

Terwijl wij, trappenmakers, de hellingsgraad berekenen, de ideale afstand tussen treden. Kunt gij dat, Vlaanderen? En weet gij alles, zoals wij, mecaniciens, over de juiste spanningskracht op bouten van de nokkenas of hoe de distributieriem vervangen dient
voor een perfecte kleptiming?

Zolang gij, Vlaanderen, niet ook de vakman slim noemt
in kranten, spelprogramma’s en journaals,
zijt gij de A’s in uw naam VlAAnderen niet waard.

Ruth Lasters, geschreven in samenwerking met Kelvin Kamau, Miguel Angel, Charlotte Sibaers, Amber Serresen, Nyano Van Mechelen en Inne Michiels van de Spectrumschool in Deurne.

 

Roken is iets uit de oude doos

Het roken hebben de meeste Nederlanders afgezworen. Wie het nog doet – zo’n drie miljoen Nederlanders – trekt zich terug of schuift aan bij soortgenoten. Rokers staan meestal in de open lucht, binnen is het vrijwel overal verboden.

De roker, geschilderd door de kunstvervalser Han van Meegeren naar een schilderij van de zeventiende eeuwse meester Adriaen Brouwer.

Nicotineplezier was een grote lust. In auto’s, cafés, restaurants, treinen en vliegtuigen snoof je de smerige damp gratis op. De vieze geur beet zich lang vast in de kleding.

Roken was aan mij niet besteed. Ik rookte welgeteld achtendertig sigaretten en vier keer een pijp, toen had ik er schoon genoeg van. Dat ik het precieze aantal nog zo goed weet komt doordat een overbuurjongen aan dodelijke maagkanker leed. Hem zien was geen pretje. Toen ik hoorde dat roken longkanker veroorzaakt hoefde ik dan ook niet lang na te denken om ermee te stoppen.

Nonsens

Bij mijn ketting rokende ouders vielen de verhalen over de gevaren van roken niet in vruchtbare aarde. In de jaren zeventig van de vorige eeuw vonden zij de mening van de anti-roker dokter Meinsma sterk overtrokken, maar ze kregen  ongelijk. Ik neem het ze niet kwalijk. Want van  de zeventiende eeuw tot ver in de jaren zeventig van de vorige eeuw was tabak een algemeen aanvaard genotsmiddel en werd tegelijk – hoewel klinkklare nonsens – ook gezien als een medicijn. Tabak zou rust geven, de honger stillen en hoofdpijn genezen. In de tijd van mijn ouders was er vrijwel geen man die het rokertje liet staan, en steeds meer vrouwen staken er een op.

Een met de hand gesneden pijp.

Gadgets

Roken, ooit een luxe die bedreven werd in een rokershoek.

Bij roken hoorde een bepaalde cultuur die sterk bijdroeg aan statusverhoging. Voor het joyeus aansteken van een sigaret gebruikte je natuurlijk een Zippo. Een designvolle keramische asbak was ook een must. Wie de voorkeur gaf aan een pijp of sigaar kon te maken krijgen met kostbare gadgets. Wat dacht je van een humidor? Een apparaat dat zorgt voor de goede luchtvochtigheid van de rookwaar en tevens bescherming biedt tegen smaak bedervende geuren.

De pijp is nu een museaal object.

In Nederland begon het roken omstreeks 1600 in witte kleipijpen, rond 1800 verscheen de sigaar en tachtig jaar later kwam de sigaret. Pijp en sigaar zijn vrijwel verdwenen. De pijp is zelfs een museaal object geworden dat ons terugbrengt naar de tijd waarin roken onze volledige waardering genoot.

SSN onder stoom

Diep weggestopt op een Rotterdams industrieterrein staat de spoorwerkplaats van Stoom Stichting Nederland (SSN). Daar beheert en repareert de stichting stoomlocs en bijbehorend materieel. Sinds de jaren tachtig stoomt het historisch erfgoed geregeld over de NS-lijnen en sinds de jaren negentig ook over menig buitenlands spoor.

Deze Duitse sneltreinlocomotief is gebouwd door de firma Schwartzkopff in Berlijn. De drie cilinders leveren 2350 pk. Het gewicht: 192 ton. In de tender gaat tien ton kolen, goed voor zo’n 450 kilometer.

Vrijwilligers zorgen voor onderhoud en het laten rijden van de nostalgische treinen.

De SSN begon in 1976 met de aankoop van een Duitse stoomlocomotief uit Lehrte. Een jaar later kreeg de stichting een eigen depot in Rotterdam-Noord, vlakbij het huidige onderkomen dat sinds 1998 in gebruik is. Bij een wandeling over het emplacement zie je een draaischijf voor locomotieven. Die schijf is afkomstig uit Mönchengladbach.

Duitsland nam in 1977 afscheid van de stoomtrein. Uit die tijd herinner ik mij een treinreis van Düsseldorf naar Hamburg waar ik op het emplacement van Osnabrück rijen afgedankte stoomlocomotieven zag staan. Allemaal rijp voor de sloop, maar de SSN tikte een oude Duitse loc op de kop en haalde hem naar Nederland. Het duurde vijf maanden voor ze de ketel volledig  onder stoom hadden. In april 1977 kon de locomotief eindelijk een proefritje te maken. Op 10 september van dat jaar reed de trein naar Rheine voor het afscheid van de Duitse stoomtractie.

Snelste loc

Inmiddels staat de SSN goed onder stoom met zes stoomlocs en drie diesellocs. Verder beschikt de stichting over drie Belgische eerste-klasse rijtuigen, vijf Duitse tweede-klasse rijtuigen en een Mitropa-restauratierijtuig uit de voormalige DDR. Een van hun locs is een Duitse sneltrein, die tot 1976 met 140 kilometer per uur zware passagierstreinen trok. Het is de enige Nederlandse stoomloc die in Duitsland zelfstandig mag rijden en daar zijn ze bij de SSN beretrots op.

Dit Mitropa-restauratierijtuig is sterk verouderd en moeilijk herstelbaar. Het zit vol Oostduitse techniek waar nauwelijks vervanging voor te vinden is, daarom doet nu een Westduits restauratierijtuig dienst dat beter te onderhouden is.

De SSN bestaat bij de gratie van zo’n honderd vrijwilligers in de leeftijd van dertien tot tachtig jaar. De machinisten komen van het ‘echte’ spoor, de NS en DB Cargo, ze hebben allemaal een stoombrevet. Voor wie meer wil weten of een ritje wil maken gaat naar de website van de SSN: www.stoomstichting.nl