Alles verandert bliksemsnel
De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.
Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.
Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.
Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.
Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.
Mijmeren over de Veluwe
Denk je eens in hoe de Veluwe er vroeger uitzag. Destijds wekten sagen de uitgestrekte bossen, heide en zandverstuivingen, tot leven. Die tijd is voorgoed voorbij. Tegenwoordig is de Veluwe een Natura 2000-gebied, waar stikstof een sluipmoordenaar is, en we alleen kunnen terugkijken op wat er ooit was.
In het landschap zijn de contouren van die oude tijd nog steeds zichtbaar. Op de heidevelden liggen diepe karresporen, de restanten van middeleeuwse hessenwegen. Vaak liggen die kriskras naast elkaar, een teken dat koetsiers steeds zochten naar de best berijdbare delen van een zandweg.
Overal op de Veluwe is bos, maar het is cultuurbos, aangelegd door de mens. Ooit was er het oerbos, een ware wildernis, maar die is nergens meer terug te vinden. Bij Beekbergen lag het laatste perceel oerbos, eind negentiende eeuw is het geveld. Bij Wolfheze lagen in de achttiende uitgestrekte heidevelden met hier en daar bosschages. Langs de Wolfhezerbeek stonden ook toen al de Wodanseiken, die zijn ruim 400 jaar oud. Een andere stokoude boom in dit gebied is de 343 jaar oude acacia op het binnenterrein van Kasteel Doorwerth – geplant ter ere van de vrede tussen Nederland en Frankrijk en in 1679 beklonken in Nijmegen.
Nog even terug naar de Wodanseiken, daar kwamen schilders van de Oosterbeekse School bijeen. Eén van hen, Johannes Warnardus Bilders (1811-1890), zette deze oeroude eiken op het canvas. Zijn bierflessen legde hij in het kraakheldere water van de sprengenbeek waar de drank lekker koel bleef.
Geloof
Over de uitgestrekte heide liepen volgelingen van Anastasius Veluanus uit Garderen, zij verkondigden het protestantse geloof. De katholieke godsdienst was tot ver in de zestiende eeuw de enige godsdienst, tot de hervormers Luther en Calvijn hun nek uitstaken. Het duurde tot 1816 voor de gereformeerde kerk, genaamd Nederlands Hervormde Kerk, op de Veluwe terrein won. In 1834 ontstond de eerste scheuring waarbij de orthodoxen, de rechtlijnige, kozen voor het oude gereformeerde geloof. De Afscheiding van 1834 – die leidde tot de oprichting van zelfstandig gereformeerde kerken naast de NH-Kerk- had op de Veluwe nauwelijks effect. De Doleantie van 1886 had dat wel, de initiatiefnemers klaagden over het modernisme. De scheuring begon op 7 februari 1886 in Kootwijk waar een orthodox gereformeerde predikant de kansel beklom in de kerk, die bekendstond als Nederduitse gereformeerd.
Gazenbeek
Chroniqueur van de Valouwe was Jac. Gazenbeek, een journalist/schrijver uit Ede. Hij schonk aandacht aan de oude gebruiken van de boeren en de streekverhalen en legde die vast in menig boek. Tegen het einde van zijn leven, Gazenbeek stierf in 1975, uitte hij zijn zorg over het verdwijnen van het landschappelijk karakter van de Veluwe, ook het toegenomen toerisme vond hij zorgelijk.
De dodelijke sprong van Jan van Schaffelaar
Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten – 1350 tot 1500 – gaat het er hard aan toe in de Nederlanden. De stedelijke adel – de roofvissen, Kabeljauwen – steunden de 13-jarige graaf Willem V als landsheer.
Willem V was een zoon van de Duitse keizer Lodewijk IV en Margaretha van Henegouwen, Hij trad aan na de dood van Willem IV (1345), die geen wettige nakomelingen had. Margaretha wilde geld zien voor het bewind van haar zoon. De Kabeljauwen keerden zich daar tegen, maar de plattelandsadel gaf haar gelijk. Zij noemden zich Hoeken, haken, want daarmee vang je kabeljauwen. Het conflict veroorzaakte onnoemelijk veel ellende. De Nederlanden raakten totaal ontregeld.
Hoeken verdreven de bisschop van Utrecht. Kabeljauwen vergrendelden de voedselvoorziening naar de stad, Utrecht was vrijwel uitgehongerd. De hertog van Kleef bood hulp, hij stuurde karrevrachten voedsel naar de stad. Maar bisschoppelijke huursoldaten hielden die transporten tegen. Onder hen was ruiteraanvoerder Jan van Schaffelaar.
Barneveld
In juli 1482 stuitte de Kabeljauw van Schaffelaar op een te grote overmacht. Hij sloeg op de vlucht. Met twintig kornuiten verschanste hij zich op de kerktoren van het kerspel Barneveld. De Hoeken richtten kanonnen op de toren. Het groepje had geen schijn van kans. Of toch?
‘Als jullie je leidsman van de toren douwen, dan laten we jelui gaan.’ De Kabeljauwen weigeren. Weer bulderen de kanonnen. Dan neemt Schaffelaar een kloek besluit.
“Lieve gesellen, ic moet ummer sterven, ic en wil u in geenen last brenghen” (Lieve gezellen, ik moet toch eenmaal sterven, ik wil u geen moeilijkheden bezorgen). En hij stort zich naar beneden – de plek waar hij op 16 juli 1482 neerkwam is gemarkeerd. Hij – aangeduid als ‘dem Leeuw’ – ligt begraven in de kerk.
Dit verhaal werd pas verteld in 1698 door de Utrechtse historicus Antonius Matthaeus. Sinds 1903 staat er een standbeeld van Jan van Schaffelaar voor de kerktoren, die toren is oud maar door renovatie na een brand in 1828 natuurlijk niet meer dezelfde als toen.
Karmann-Ghia, elegante VW in Italiaans maatkostuum
Op een plein tref ik deze roemruchte klassieker, de Volkswagen Karmann-Ghia. Duitse perfectie in een Italiaans maatkostuum. Ook al viel de snelheid mee hij maakte menigeen aan het likkebaarden. En wie er voor viel tastte niet alleen spontaan, maar ook diep in de geldbuidel.
De elegante Ghia van carrosseriebouwer Karmann kostte evenveel als twee doorsnee VW’s. Maar dan had je ook wat! Deze sportieveling was een sprankelend juweel uit het Deutsche Wirtschaftswunder. De eerste coupés reden in 1955 op de weg. Tot aan het eind van de productie in 1974 werden er ruim 467.000 van verkocht, inclusief ruim 81.000 Ghia-cabrio’s.
Voor die tijd was de luchtgekoelde boxermotor achterin een uitblinker. Met een inhoud van 1534 m3 haalde de boxer een snelheid van 145 kilometer per uur. Nu is dat niks, maar destijds nam je je pet er eerbiedig voor af.
Tegenwoordig is de Karmann-Ghia een gewilde klassieker, vooral exemplaren van voor 1971 zijn in trek. Prijzen variëren van 17.500 euro tot 25.000 euro voor een cabrio. Vind je een Karmann-Ghia met problemen, laat hem dan staan, want deze auto’s zitten lastig in elkaar – veel laswerk – waardoor zelf restaureren verre van gemakkelijk is.