Alles verandert bliksemsnel
De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.
Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.
Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.
Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.
Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.
Modeltreinen, sublieme techniek in het klein
Modeltreinen zijn altijd een grote liefde van mij geweest. Maar veel verder dan een prutserig modelbaantje ben ik nooit gekomen. De ruimte, de kosten, de te hoog gestelde eisen – het moet wel echt lijken – hebben mij altijd parten gespeeld. Dat belemmert mij niet om een speelgoedwinkel binnen te lopen en mij te vergapen aan het rollend materieel op HO of een andere spoorbreedte. Van een echte spoorbaan zal het nooit meer komen. Gelukkig heb je nu computertreinspellen die een heel realistisch beeld geven.
De historie van de mini spoorbaan gaat ver terug. In 1891 kwam Märklin voor het eerst met een op schaal gemaakte spoorbreedte en daarbij behorende treintjes. Schaal HO – spoorbreedte 16,5 mm, materieel 1:87 – kwam in de jaren dertig van de vorige eeuw. Het is sublieme techniek in het klein. De treintjes van het eerste uur zijn nu veel geld waard.
Tegenwoordig zijn er zes spoorschalen. Spoor Z is de kleinste – rails met een afmeting van 6,5 mm, het materieel in de verhouding 1:220. Spoor II is een knoeperd – spoor met een breedte van 64 mm breed en het materieel in de verhouding 1:22,5. Zo’n baan is leuk in een tuin.
Modeltreinen werden al snel erg populair. Wie geen geld had om er een te kopen bouwde ze zelf. De gebroeders Timperley uit ’s-Graveland bouwden in 1911 150 locomotieven en dertig rijtuigen van luciferdoosjes, hout en karton. De verzameling is nog volledig intact en staat in het Spoorwegmuseum in Utrecht.
Eind oktober is er weer een modeltreinenbeurs in de Jaarbeurs in Utrecht. Op Eurospoor 2021 kun je je hart ophalen aan banen en modellen. Zie: https://www.jaarbeurs.nl/agenda/eurospoor-2021-het-grootste-modelspoorevenement-van-europa
Affiches maken het spoor
Door corona is het vrijwel onmogelijk om langere reizen te maken of je moet de kosten van een PCR-test voor lief willen nemen. Doe ik niet. Een dagje over de grens biedt ook geen soelaas. Gelukkig kan ik me laven aan oude reisposters.
Die posters kwamen aan het eind van de negentiende eeuw. In die tijd brachten luxe slaapwagons van Wagons-Lits de rijken naar de grote steden. Na de Tweede Wereldoorlog was het gedaan met het luxe vervoer. Vakantietreinen namen de boel over. Autoslaaptreinen en de superluxe TEE – speciaal voor het zakenverkeer – sluisden de reizigers naar de Europese steden.
De vroegste affiches waren kunstzinnige prenten in de zwierige lijnenstijl van de art nouveau. Na de Eerste Wereldoorlog won de verbinding tussen boot en trein aan belang. Een gepast affiche was op zijn plaats.
Massatoerisme
Na 1950 kwam het massatoerisme op gang. Het leverde fraaie affiches op. Behalve affiches voor buitenlandse reizen zijn er ook fraaie affiches voor het binnenlands spoorwegverkeer. Vooral in de crisisjaren ontstonden er veel affiches. Dat kwam door de concurrentie van de auto en het vrachtverkeer – de spooromzet daalde met maar liefst 28 procent. Om daar iets aan te doen verschenen er aankondigingen voor voordelige reizen, dagkaarten en het maken van binnenlandse reizen.
Na WOII lag de nadruk op de wederopbouw. De verdere elektrificatie van het net kreeg aandacht. Bij ingebruikneming van de nieuwe huisstijl van NS in 1968 verschoof de aandacht naar doelgroepen, denk aan de tienertoer.
Dat affiches body geven aan het spoor bleek ook In de jaren tachtig. De nadruk lag op de verdere modernisering van het spoor. In 1970 kwam de intercity en in 1981 werd de spoorlijn naar Schiphol geopend. Een affiche met de combinatie trein-vliegtuig mocht niet ontbreken, het was een topper.
RoMeO brengt nostalgie tot leven
Stichting RoMeO maakt je wegwijs over het OV van Rotterdam. Oude trams en bussen van de Rotterdamse Elelectrische Tram (RET) staan in een museum, de voormalige tramremise aan de Kootsekade 19. Maak eens een rit in zo’n oud vervoermiddel. Ik deed het in een oude tram. Dwars door de stad, een rondrit van een uur, in onderstaand filmpje teruggebracht tot ruim een minuut.
In het museum staat onder meer een paardentram, die deed dienst van 1888 tot 1923. En ook een oorlogstram, gebouwd in 1943 door de Rotterdamse fabrikant Allan & CO. Het is een opmerkelijk stuk techniek. De motorwagen reed nog in 1972.
Als kind zat ik in Rotterdam vaak in een bordeauxrode DAF-bus. Het gerommel van de motor keerde terug in mijn oren toen ik de bus terug zag in het RoMeO-museum. Naar ik nu weet was het een standaard bus die gemakkelijk uitwisselbaar was met bussen uit andere steden. In Amsterdam reden dezelfde bussen.
In het museum staat ook de eerste metrotrein. De Rotterdamse metro begon in 1968 met een lijn van het Centraal station naar het Zuidplein. Tegenwoordig zijn er vijf metrolijnen. Ook Den Haag en Hoek van Holland zijn per metro met Rotterdam verbonden.
Het RoMeO-museum brengt nostalgie tot leven.
Kijk voor de openingstijden op: https://www.stichtingromeo.nl/nl/museum/museumdagen/