Alles verandert bliksemsnel
De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.
Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.
Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.
Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.
Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.
Krijn van Doggerland
Vissers vangen geregeld prehistorische botten in hun netten. Op het industrieterrein van Urk bestaat een levendige handel in mammoetbeenderen en andere botten uit lang vervlogen tijd. Veel van het opgeviste spul komt uit Doggerland, nu een deel van de Noordzee maar een miljoen jaar geleden een uitgestrekte steppe die wat nu ons land is verbond met Engeland.
Doggerland lag tussen de Nederlandse, Britse en Scandinavische kust. Door de steppe stroomde Maas, Rijn en Theems. Er leefden herten, paarden en mammoeten, evenals grottenleeuwen en hyena’s. En er verbleven Neanderthalers, dat weten we zeker. Want in 2001 zoog een zandzuiger het eerste en tot nu toe enige hier gevonden schedelfragment op van een jongvolwassen Neanderthaler. Het fossiel is tussen de 50.000 en 70.000 jaar oud. Ze gaven de bezitter ervan de naam Krijn. Het gezicht van Krijn is gereconstrueerd en te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Van dezelfde leeftijd als Krijn zijn vuistbijlen die vissers geregeld in hun netten vinden. Die vondsten geven aan dat Doggerland ooit druk bewoond was.
Begin twintigste eeuw vonden Britse archeologen bij extreem laagtij in de Noordzee fossiele boomstronken. Voor geoloog Clement Reid het bewijs dat waar nu de Noordzee is ooit land lag.
Speerpunt
In 1931 was er eindelijk tastbaar bewijs dat er op Doggerland jager-verzamelaars leefden. Schipper Lockwood van de trawler Colinda haalde uit een van de netten een brok veen. Tot zijn verbazing zat er een 21 centimeter lange speerpunt in gemaakt van gewei. Dit betekende dat Doggerland geen landbrug was geweest maar een continu bewoond gebied. Latere vondsten van vuistbijlen en vuurstenenmesjes bevestigen die theorie. De archeoloog Bryony Coles kwam in 1998 voor het eerst met de naam Doggerland.
Maar wanneer leefden er mensen op de steppe waar nu de Noordzee is? Om het kort te houden, ruim 900.000 jaar geleden. In die tijd vertoonden zich de eerste mensen in Noord-Europa. Dat weten we door de vondst van voetafdrukken die meer dan 800.000 jaar oud zijn in een riviermonding bij het Engelse Happisburgh (gevonden in 2014). Maar van Neanderthalers waren die afdrukken niet, die arriveerden pas zo’n 400.000 v.Chr. en verlieten de steppe grofweg 40.000 jaar geleden. De Neanderthaler werd 35.000 jaar geleden opgevolgd door de moderne mens, waarvan de meeste gebruikssporen zo’n 16.000 jaar oud zijn.
Na de laatste ijstijd – 22.000 jaar geleden – stijgt de temperatuur. Vanaf 8500 v.Chr. stijgt de zeespiegel steeds sneller. Een aardverschuiving aan de Noorse kust leidde tot een tsunami die een definitief einde maakte aan Doggerland.
Huidige gevangenissen humaner, maar blijf er liever uit
De Maatschappij van Weldadigheid is opgericht in 1818. Ze bestond uit vijf koloniën in en om Veenhuizen, eerst voor arme gezinnen en wezen, vanaf 1823 ook voor bedelaars, landlopers en vondelingen. Er verbleven zo’n zesduizend mensen die onder meer werkten op boerderijen en in de stoom-katoenspinnerij/weverij.
Later liet het Rijk in Veenhuizen twee gevangenissen bouwen. Tegenwoordig omvat de Penitentiaire Inrichting Veenhuizen vier locaties: Norgerhaven, Esserheem, Klein Bankenbosch en Groot Bankenbosch. Een van de bekendste bajesklanten daar was topcrimineel Cor van Hout.
In het Gevangenismuseum in Veenhuizen krijg je een indruk hoe belabberd het leven is in een gevangenis. Valt het mee? Bedenk dat de straf pas begint als je eruit bent. Voor beroepscriminelen geldt dit niet, die gaan meestal door op het criminele pad. Behoor je niet tot die groep dan ondervind je algauw de nadelen. Denk aan het bijna nooit meer kunnen uitoefenen van (passend) werk, het niet kunnen afsluiten van een hypotheek of lening en langdurig in contact staan met de reclassering. Niet fijn.
Delicten
De meeste gedetineerden zitten vast voor het plegen van een vermogensdelict, al of niet met geweld (41%), een puur geweldsdelict (28%) of opiumdelict (17%). Seksuele delicten, het ruïneren van goederen en overige vergrijpen scoren ieder 4%.
Vergeet bij de gevangenis iedere vergelijking met een hotel. Je staat dag en nacht onder bewaking. ’s Ochtends om half acht gaat de celdeur open, ’s middags om vijf uur gaat hij dicht. Je zit alleen of met een celgenoot. De cel is klein, zo’n tien m2. Er staan een bed, stoel, kast en tafel. Verder een spiegel aan de muur en tegen een wand een toilet en wasbak, vaak ook een douche.
Inderdaad, het is karig, maar vergeet niet dat het gevang, tuchthuizen voor mannen, spinhuizen voor vrouwen, uit de zestiende eeuw waarlijk een oord van verschrikking was. Vaak zat je daar de godganselijke dag vastgeketend aan zware boeien en kettingen. Tot vlak na de Tweede Wereldoorlog waren er nauwelijks veranderingen, al waren die kettingen toen allang verdwenen. Sinds de jaren vijftig zijn gevangenissen een stuk humaner,maar blijf er liever uit.
Gepantserd
De rechtbank wijst je naar het gevang. Daar ga naar toe in een speciale boevenauto. Ben je vluchtgevaarlijk of berucht dan brengt een gepantserde auto je naar de cel.
Meer weten over het cachot Veenhuizen? Lees https://www.bajesverhalen.nl/de-zware-jongens-van-veenhuizen-2/ Al schept het wel een bijzonder beeld van dit gevang.
Drenthe sleurt je mee naar toen
Geen mooiere provincie dan Drenthe. Rust, lange (vaar)wegen, oude dorpen waar je met een beetje fantasie de turfstekers nog over de Brink ziet lopen, een fles jajem in de zak. Drenthe is een provincie die je meesleurt naar het verleden.
Van Assen tot Zandpol, overal valt iets te beleven, ook al is het er vaak doodstil. Maar juist doodse stilte kan aangrijpend zijn. In de stilte bij een hunebed voel je de vergankelijkheid.
Drenthe is vol plaatsen met mooie namen waar de armoe welig tierde, zoals Elim, Kolderveen, Tynaarlo en Veenhuizen. Vooral Veenhuizen, waar een van de zeven Koloniën van Weldadigheid stond, is een opvallende plek die een bezoek waard is. ‘ Gezinnen, wezen, bedelaars en landlopers verbleven hier onder 24-uurs bewaking’, lees ik in de informatiefolder van de VVV. Veenhuizen was een strafkolonie voor paupers, dat duurde tot 1953, de tijd waarin het Nederland ontbrak aan een verzorgingsstaat. Toen die er eenmaal was werden de paviljoens in gebruik genomen als gevangenis.
Bij het plaatsnaambord Veenhuizen staat een oud ambtenaren-hotel uit 1901. Een kaarsrechte weg leidt naar de paviljoens waar nu het Gevangenismuseum in is ondergebracht. Langs de weg staan mooie directiewoningen met strenge opschriften ter lering en vermaning voor de armen van toen.
Binnenkort neem ik je mee naar het gevang in Veenhuizen.