Alles verandert bliksemsnel
De wereld is in nauwelijks 20 jaar totaal veranderd. Internet is de nieuwe Werkelijkheid geworden. Ruim 100 jaar geleden brachten telegraaf, telefoon, stoomboot, en trein, later het vliegtuig ons vooruit. Het ging snel, maar nooit zo snel als nu.
Onze wereld is veranderd in een dorp. Financiën, handel en industrie zijn uitgegroeid tot een georganiseerde productieketen. In dit ‘werelddorp’ met 7 miljard inwoners draait het om globalisering: het openstellen van grenzen voor de gemakkelijke verplaatsing van goederen en diensten.
Die ontwikkeling gaat razendsnel. Alleen een crisis, recessie of oorlog kan er een eind aan maken. Maar zijn de puinhopen aan de kant geschoven dan draait alles gewoon weer door en wellicht nog sneller dan voorheen.
Op deze site wil ik de veranderingen in de wereld volgen. Niet zoals een krant of tijdschrift doet, maar door alleen datgene eruit te pikken wat ik belangrijk vind.
Nederland in WO 1 nu gratis te lezen. Het boek verscheen in 2014.
1940: Duitse overval en capitulatie in Rijsoord
Iedereen heeft gehoord over de gevechten op de Grebbeberg, maar weinigen
hebben kennis genomen van de verovering van de bruggen bij Dordrecht en Rotterdam. Ook die begonnen op vrijdag 10 mei 1940, nu 81 jaar geleden. Herinneringen daaraan zijn nog altijd terug te vinden, zoals het bunkercomplex bij kasteel Amstelwijck in Dordrecht. Het in 17e eeuw gebouwde kasteel bood in 1940 onderdak aan een commandopost van het 28e Regiment Infanterie.
Hier gelegerde soldaten kregen de volle laag van een Duits parachutistenleger, dat in de vroege ochtend van 10 mei landde in deze buurt. De strijd kostte aan 14 Nederlandse militairen en 4 Duitse militairen het leven. Onze soldaten waren uitgerust met zware mitrailleurs, maar de overval ging zo snel dat ze aanvankelijk uit pure wanhoop niet wisten waar ze het zoeken moesten.
Een eenvoudig monument
markeert de strijd. Op een donker bord is een roeiboot afgebeeld, een teken dat de soldaten na hevige strijd over het water wisten te ontkomen naar veiliger gebied.
Ons leger vocht hard, waardoor het Duitse plan Fall Geld, de codenaam voor de overval op Nederland, België en Luxemburg, vertraging opliep. Het werd ons op dinsdag 14 mei betaald gezet met het bombardement op Rotterdam. Daarmee was Nederland overwonnen.
Op woensdag 15 mei tekende generaal Winkelman de capitulatie. Dat gebeurde in een
school die dienst deed als Duits hoofdkwartier in het dorp Rijsoord – gemeente Ridderkerk. Generaal Fedor von Bock nam de overgave in ontvangst.
Tegenwoordig is de school het Verzetsmuseum Johannes Post. Er staat een monument van de Nederlandse opperbevelhebber († 1952) en een gedenkteken dat aan de capitulatie herinnert, daarop de tekst: “Een volk dat zijn verdediging verwaarloost zet zijn vrijheid op het spel.”
Het museum – 6.000 bezoekers per jaar – staat te koop. Van de gemeente krijgt directeur Ad Los weinig sympathie. De gemeent Ridderkerk wil het museum wel overnememen maar volgens hem voor een veel te laag bedrag. De 72-jarige Los begrijpt dat niet. Hij heeft het museum in eigen beheer opgeknapt en ingericht en is niet van plan dit nationaal belangrijke gebouw voor een habbekrats van de hand te doen.
Bunkers bouwen is zo gek nog niet
De spanningen tussen Rusland en Oekraïne lopen verder op. De kans op een oorlog waarbij de NAVO betrokken raakt is klein, maar niet uit te sluiten. Gebeurt het, dan zijn wij voor het eerst in oorlog met het grootste land ter wereld: Rusland.
Die kans is ontzettend klein. Een oorlog zou Rusland in een diepe economische crisis storten en daar zitten de kleptomanen in het Kremlin niet op te wachten. Maar niets is zeker, want het inhumane Rusland kan evengoed kiezen voor
een krachtmeting tussen oost en west. Mocht dat gebeuren dan staan wij als verlorenen in de woestijn, want hier zijn nergens schuilkelders die bescherming bieden tegen een atoom- of andersoortige aanval. Koning en kabinet beschikken over schuilkelders, maar wij, de burgers, kunnen geen kant op.
Ten tijde van de Koude Oorlog – 1946/1991 – beschikten we over bunkers die bestand waren tegen nucleaire, biologische en chemische aanvallen. In vrijwel iedere stad was wel een bunker te vinden. Na de val van het IJzeren Gordijn in 1989 juichten wij de vrede toe en die ultieme schuilplekken verdwenen uit ons geheugen. Misschien is het niet gek om toch eens na te denken over nieuwbouw, want van die oude bunkers zal na jaren van onbruik niet veel over zijn.
Tijdens de Koude Oorlog voorzag de NAVO een aanval van tenminste tachtig atoombommen op Nederland. Die bommen zouden, dacht men, niet alleen terechtkomen op militaire en strategische doelen, maar ook op grote steden.
In Nederland is een bezoek aan een grote atoombunker, bedoeld voor de burgerij, niet mogelijk. Wil je die zien, ga dan – als de coronamaatregelen het toelaten – naar Berlijn waar diverse bunkers uit de Koude Oorlog te bezichtigen zijn, zie: https://www.berliner-unterwelten.de/. Deze gigantische bunkercomplexen, bedoeld voor duizenden mensen, waren voorzien van stroomgeneratoren, eigen watertappunten en installaties voor de luchtzuivering en zuurstofvoorziening.
Blijf je liever dichter bij huis, ga dan naar de Cromvoirtkazerne in Vught, daar kun je de
atoomvrije verbindingsbunker van de Provinciaal Militair Commandant bezichtigen. Die bunker, eind jaren zeventig van de vorige eeuw gebouwd naar een ontwerp van de Dienst der Genie, was onderdeel van een landelijk verbindingsnetwerk, het ding gold als een modern fort.
Drie dichters met een inktzwarte vlek
Oeps, deze drie dichters zijn beroemd, maar ook beladen met een inktzwarte vlek.
Gerrit Achterberg was volledig van de pot gerukt: de zonderling vermoordde in 1937
in Utrecht zijn hospita Roel van Es nadat hij haar 16-jarige dochter Bep had aangerand. Zijn straf was vijf jaar tbs. Zijn prachtige gedichten waren zijn redding. Achterberg is de belangrijkste dichter van de 20ste eeuw. Voor zijn oeuvre werd hij onder meer bekroond met de P.C. Hooft-prijs en de Constantijn Huygens-prijs. In 1962 stierf hij aan een hartaanval. Zijn graf op de begraafplaats Rusthof in Leusden was vrijwel onvindbaar doordat het omringd was door een enorme rododendron. Die is nu gekapt waardoor de plek waar hij ligt met zijn vrouw Cathrien van Baak, een ex-NSB ’ster, nu voor iedereen zichtbaar is.
Het hek waartegen ik mij schuur
wordt oud en glad en vettig op den duur.
Voor kikkers en voor kinderen ben ik schuw
en zij voor mij: mijn tong is hen te ruw,
alleen de boer melkt mij zo zalig,
dat ik niet eenmaal denk: wat is hij toch inhalig.
’s Nachts, in de mist, droom ik gans onbewust
dat ik een kalfje ben, dat bij de moeder rust.
(Uit: de dichter is een koe, Gerrit Achterberg)
Fascist
De dichter en schilder Lucebert – Lubertus Jacobus Swaanswijk – was voorman van de experimentele Cobra-groep. De Keizer der Vijftigers experimenteerde met vorm en inhoud en groeide uit tot een van de belangrijkste naoorlogse dichters. Dat neemt niet weg dat hij een antisemiet was en een fascist. In de oorlog meldde hij zich vrijwillig aan bij de Arbeitseinsatz voor werk in de Duitse wapenindustrie. Daar was
hij actief in een fabriek die springladingen produceerde voor de V1’s, de vliegende bommen die Londen teisterde. Later vestigde hij zich in de DDR. Hij raakte er vast van overtuigd dat de vrije meningsuiting daar een hoog goed was. Later schreef hij: ‘Alles van waarde is weerloos’, een volkomen nutteloze zin als je hem schakelt aan de dictaturen die hij liefhad. Later zei hij dat het jeugdzonden waren geweest, opgedrongen door de tijd, en vatte het ongenoegen samen in één zin: ‘Wie wil stralen, die moet branden.’
Lucebert stierf in 1994, hij ligt met zijn vrouw Tony Koek begraven in Bergen.
Woedeaanvallen
Draai je om bij zijn graf en je staat recht voor het graf van de schrijver/dichter Joost Zwagerman. Zwagerman pleegde in 2015 zelfmoord. Hij was geen gemakkelijk persoon,
zoals blijkt uit het boek De langste adem; een leven met Joost Zwagerman. Daarin vertelt zijn ex-vrouw Arielle Veerman over een schrijver met ernstige, sombere kanten. In een interview met het AD verklaart ze dat Joost: ‘Ontevreden (was) over het leven dat hij leidde, ontevreden over mij en mijn sociale leven. Dat leidde tot heftige woedeaanvallen. We werden twee gescheiden entiteiten, die elkaar van enige afstand bekeken. In therapie wilde hij niet; wat hem betreft lag de fout bij mij en moest ik me aanpassen. Alles draaide om hem, mijn behoeftes telden niet meer. Het voelde alsof ik langzaam werd uitgegumd.’
In 2011 volgde de scheiding, die volgens haar gepaard ging met gruwelijke rechtszaken.
‘Ik vond Joost op een gegeven moment een gigantisch probleem, maar ik ben hem gelukkig nooit gaan haten’, aldus Veerman. ‘Omdat ik zag dat er iets met hem aan de hand was en mededogen voor hem kon voelen. Ik denk dat het ’t eerlijkst is om te erkennen dat Joost, naast wie hij was als literator, als opiniemaker, als publicist, ook déze kant had. En hem desondanks te kunnen omarmen.’ Hier lees je het hele interview