De roeireddingsboot op Terschelling staat op de nominatie om Nederlands immaterieel erfgoed te worden. Dat is mooi. Het is de oudste nog varende reddingssloep van het land. Sinds 1900 is de boot in bedrijf. Het te water gaan gebeurt met tien paarden, die de boot over de duinen slepen. De bemanning bestaat uit elf man, tien aan de roeispanen en een kapitein.
Bij Hollum op Ameland hebben ze ook een door paarden getrokken reddingsboot, die is minder oud dan de Secretaris Schumacher op Terschelling. In augustus 1979 kwam de Mr. Adriaan de Bruyne in actie om een Duits zeiljacht uit de problemen te helpen. Het liep mis. Boot en paarden verdwenen in de diepte, later werd een nieuw paardenteam gevormd.
Het redden van de bemanning van zinkende schepen was voor de redders een ware waaghalzerij. Schepen die vlakbij de kust in de problemen kwamen waren vaak erg lastig te bereiken wat de redders vaak in gevaar bracht.
Eind negentiende eeuw verscheen het lijn- wippertoestel. Met een vuurpijl werd een metalen lijn naar het gestrande schip geschoten waarmee de bemanning een dikke tros binnenhaalde waaraan een mand (wipper) of boei was bevestigd. Daarin konden ze dan veilig naar de reddingssloep of, mits de boot minder dan driehonderdvijfentachtig meter uit de kust lag, naar het strand. Later werd er een lijn- en wippertoestel op vrachtwagens geplaatst, in De Koog op Texel gebeurde dat in 1962 op een Amerikaanse legertruck uit de Tweede Wereldoorlog.