Hoe zinvol zijn excuses voor het slavernijverleden? Niemand van ons heeft de slavernij meegemaakt. Het had natuurlijk nooit mogen gebeuren. Hoewel het lang geleden is – de slavernij werd afgeschaft in 1873 – zijn denkbeelden uit die tijd nog steeds aanwezig. Het meest recente voorbeeld is de asieldeal van het huidige kabinet.
Al het vreemde zien we het liefst zo gauw mogelijk vertrekken, gekleurde mensen eerst. Ze zijn vaker het slachtoffer van onterechte behandeling. Iemand met een etnisch voorkomen in een dure auto houdt de politie vaker aan dan een blanke. Misschien is de auto gejat of is hij een drugsdealer. Dat heet etnisch profileren. Gekleurd roept bij velen negatieve gevoelens op. Dit heet racisme en leidt vaak tot ongelijke behandeling: discriminatie.
Christelijke taak
In de zeventiende eeuw werden ‘zwarten’ gezien als minderwaardig. Zwarte Afrikanen waren volgens de Bijbel de afstammelingen van Cham, de zoon van Noach. Hij vernederde zijn vader. Voor straf moest hij eindeloos voor hem werken.
Nederlandse slavenhandelaren hadden er in kerkelijk opzicht geen enkele moeite mee om voor de West-Indische Compagnie (WIC) tussen 1600 en 1800 op onmenselijke wijze 600.000 Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen te verschepen naar Noord- en Zuid-Amerika. Ze zagen dat als hun christelijke taak. Er waren ook slaven die daarin geloofden. Een kapitein van een WIC-schip kreeg een Ghanees cadeau die tot zijn verwondering niet dom was. Hij noemde hem Jacobus Elisa Johannes Capitein en liet hem studeren in Nederland. In 1742 publiceerde Capitein een scriptie waarin hij stelde: ‘slaverny is niet strydig tegen de christelyke vryheid’.
Ras
In de negentiende eeuw kreeg de slavernij steun van de wetenschap, die verklaarde het blanke ‘ras’ superieur aan het ‘ras’ van de zwarte mens. Dat is absurd. Rassen bestaan niet. We zijn allemaal mens, gekleurd of blank.
Het is leuk om dit te weten maar moeten we ons excuseren voor de slavenhandel? Schaf eerder de discriminatie af, want met de slavenhandel hadden we nooit iets te maken.