Een gevaarlijke variant uit de groep Klebsiella pneumoniae bacteriën vermeerdert zich razendsnel en is resistent tegen antibiotica. Deze bacterie komt voor in de mond, darmen en op de huid waar ze geen schade aanricht. Het Europese Centrum voor Ziektepreventie en Ziektebestrijding (ECDC) waarschuwt voor de ST23-variant die kan leiden tot ernstige infecties van urine- en luchtwegen.
De meeste bacteriën zijn nuttige wezens, ‘onmisbaar voor het leven op aarde en onontbeerlijk voor de gezondheid van plant, dier en mens’, aldus Wikipedia. De eerste mens die deze superkleine wezens – micro-organismen – zag was de oud-lakenhandelaar en ex-stadsbestuurder van Delft Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723). Met zijn zelf gebouwde microscoop ontdekte hij een tot dan toe onbekende wereld. De wetenschap bleef achterdochtig, trok aanvankelijk zijn schouders op, maar het duurde niet lang of ook zij moest toegeven dat er zoiets als een onzichtbare wereld bestaat.
Afgeplat glasbolletje
Met onze hypermoderne microscopen valt het amper voor te stellen dat van Leeuwenhoek met zijn piepkleine microscoop van 4 bij 2,5 centimeter een tot dan toe onbekende wondere wereld ontdekte. Hij was een meester in het slijpen van glas. Maakte afgeplatte glasbolletjes – hoe hij dat deed hield hij angstvallig geheim – waarvan sommige een vergrotingsfactor hadden van 250 keer. Iedere microscoop bevatte slechts één lens, vastgeklemd tussen twee metalen plaatjes. Op het stiftje was het te onderzoeken object bevestigd. Kijkstand en scherpstelling waren instelbaar door te draaien aan schroefjes. Dat deze microscopen uiterst waardevol waren blijkt wel uit het feit dat er op een Britse veiling in 2009 een zilveren van Leeuwenhoek-microscoop van de hand ging voor 300.000 pond.
Van Leeuwenhoeks ontdekking gaf hem de bijnaam vader van de microbiologie. Hij zorgde ervoor dat chirurgijns hun op het oog brandschone instrumenten begonnen te ontsmetten met alcohol. Aju bacteriën!