Wording van Nederland ging gepaard met moord

De Caroluskapel in de Swalmenstraat in Roermond, een overblijfsel van het Karthuizerklooster waar de Geuzen op 23 juli 1572 twaalf monniken om het leven brachten.

Je stond er niet bij stil, maar op 10 augustus 1566 begon de Beeldenstorm. In de kerk in Steenvoorde – nu Frankrijk – werden de eerste beelden kort en klein geslagen. Het grootschalig protest tegen de rooms-katholieke kerk sloeg als een vloedgolf over de Spaanse Nederlanden. De toestand was vergelijkbaar met wat er in Frankrijk gebeurde in 1789 en in Rusland in 1917.

De Beeldenstorm was een revolutie. Het volk verzette zich tegen de strenge plakkaten van de Spaanse heerser Filips II, die het rooms-katholicisme voorrang gaf boven het calvinisme en lutheranisme. Iedere ketter kon rekenen op de doodstraf.

In april 1566 overhandigde een groep Nederlandse edelen in Brussel een smeekschrift aan Filips halfzus, Margaretha van Parma, de landvoogdes van de Nederlanden, waarin ze  vroegen om afschaffing van de Inquisitie. De rechtbank van de katholieke kerk had toen al 35.000 mensen in de zuidelijke Nederlanden ter dood gebracht. Even leek het de kant van een tijdelijke afschaffing op te gaan, maar de Reformatie, opgepookt door Calvijn, Erasmus, Luther en, zij het hier in mindere mate, door Zwingli was al zover doorgedrongen dat het tot een hardvochtige uitbarsting kwam. Bij Antwerpen vonden geregeld protestantse hagenpreken plaats die meer dan tienduizend bezoekers trokken. Onder het publiek waren veel oproerkraaiers die opriepen tot de vernietiging van rooms-katholieke kerken.

“Gueux”

Door een adviseur van Margaretha van Parma werden de tweehonderd edelen die het eerste smeekschrift indienden – er volgden er later nog twee – minachtend bedelaars genoemd – “gueux”.  ‘Geus’ was algauw het scheldwoord voor niet-katholieken en vooral het grauw  droeg die naam met ere. Uit eigen lijfsbehoud keken de edelen er anders tegenaan. Ook al waren ze Calvijn of Luther toegedaan toch noemden ze zich nog lang katholiek.

Ook Willem van Oranje – het volk zag hem als de aanvoerder van de Geuzen, iets waar hij helemaal geen trek in had – noemde zich in het openbaar steevast katholiek, ondertussen maakte hij zich hard voor religievrijheid. Hij was getrouwd met Anna van Saksen, zijn tweede vrouw, een overtuigde lutheraan. Maar ondanks zijn streven naar religievrijheid verbood de graaf van Oranje de hagenpreken, hij verbande de organisatoren of liet ze ophangen. Toch verweerde hij zich niet tegen de doldrieste uitspraken van zijn hechte kompanen, de graven Lamoraal van Egmont, Filips van Montmorency – beter bekend als de graaf van Horne – en Hendrik van Brederode, die er geen geheim van maakte het liefst iedere paap direct de nek om te draaien.

Roermond

De Beeldenstorm gaf de aanzet tot de Nederlandse onafhankelijkheidsstrijd, die gevoerd werd te midden van een hardnekkige godsdiensstrijd. Om orde op zaken te stellen stuurde Philips II zijn rechterhand generaal Fernando Álvarez de Toledo y Pimentel, beter bekend als Alva, naar de Nederlanden. Alva ontketende een waar schrikbewind, het was het begin van de tachtigjarige oorlog (1568 – 1648). Willem van Oranje nam de wapens op en verbond zich met tegenzin met de Geuzen. In 1568 won hij de eerste slag tegen het leger van Alva bij Heiligerlee. Op 1 april 1572, dit jaar 450 jaar geleden, veroverden de watergeuzen Den Briel waarmee de onafhankelijkheid van Nederland een aanvang nam.

Kartuizermoord

Schilderij van de Kartuizermoord, gemaakt door een anonieme schilder uit het midden van de 18e eeuw. Links de bloedstraal.

Kisten met de overblijfselen van vermoorde kartuizermonniken.

Op 23 juli 1572 namen de Geuzen de bisschopsstad Roermond in, die lag toen niet in de Nederlanden maar maakte tot 1839 deel uit van Belgisch Limburg. Ze plunderden de kerken en kloosters en richtten een waar bloedbad aan. Vooral het uit 1376 daterende klooster van de Kartuizermonniken moest het zwaar ontgelden. De Geuzen begingen er een afschuwelijke slachting. Haat tegen het rooms-katholicisme en geldzucht waren de belangrijkste motieven, want kerken en kloosters beschikten over kostbaarheden. Ze dachten er niet aan dat kartuizermonniken leven gelijk heremieten en vrijwel niets bezitten. Toen er van bezit geen sprake was werden de geestelijken beestachtig afgemaakt. Twaalf monniken verloren het leven, evenals de secretaris van de bisschop van Roermond (https://nl.wikipedia.org/wiki/Martelaren_van_Roermond).

Een Kartuizermonnik leeft gelijk een heremiet.

In 1608 deed de Kartuizer Arnold Havens de slachtpartij haarfijn uit de doeken. Pater Severus van Koblenz werd, schreef hij, in het lekenbroederskoor bij het Maria-altaar gedood. Zijn bloed spoot 18 voet – zes meter – tegen de wand omhoog. Het is allemaal te zien op bovenstaand schilderij van een anonieme schilder uit het midden van de 18e eeuw.

Willem van Oranje hield zijn mond over de Kartuizermoord, zijn bijnaam was niet voor niets ‘De Zwijger’. Per brief verleende hij de Geuzen vooraf toestemming om de stad te plunderen. Uit niets blijkt zijn onmacht of ontzetting over de moorden in het Kartuizerklooster. Geen mooie daad van de Vader des Vaderlands.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.